Na de annexatie werd door de minister een Gemeenschapsraad ingesteld om de belangen voor de inwoners van Zuilen te behartigen. Na tien jaar (frustratie) werd deze gemeenschapsraad opgeheven en kwam er een wijkraad. (maar dat duurde nog minstens tien jaar. Bovendien was die niet voor ‘Zuilen’ maar voor ‘Noordwest’. Een deel van de stad dat zonder rekening te houden met de oorspronkelijke grenzen óók een stuk Zuilen liet vallen). In het Utrechts Nieuwsblad van 28 april 1964 werd het publiek geinformeerd over de op handen zijnde veranderingen:
Zuilen vertrouwt op nieuwe wijkraad
Teleurstelling over verdwijnen van gemeenschapsraad
(Van een onzer verslaggevers)
De stemming bij de leden van de gemeenschapsraad van Zuilen was maandagavond er een van teleurstelling, niet van verbittering. Het zwaard van Damocles dat al lang boven het hoofd van deze raad heeft gehangen is nog vrij onverwacht gevallen. Verschillende leden van de gemeenschapsraad hebben zich over de opheffing uitgesproken en over de mogelijkheid dat er als compensatie een wijkraad zal komen.
De heer R. Lebbink (P.v.d.A.) was van mening dat de gemeenschapsraad altijd een zwakke positie had omdat het accent teveel op de adviserende taak moest worden gelegd, waardoor het werk nooit goed uit de verf was gekomen. Hij hoopte dat in de nieuwe gemeentewet de mogelijkheid zou worden opengelaten dat aan de wijkraden uitvoerende bevoegdheid kan worden gegeven omdat deze wijkraden anders geen sterkere positie zouden krijgen dan de gemeenschapsraad nu heeft gehad.
Het feit dat de gemeenteraden een wijkraad kunnen instellen, doch dat dit niet dwingend zal worden voorgeschreven, vond de heer Lebbink een zwak punt. Positieve punten zag de heer W.J. Vergeer (KVP). Door de gemeenschapsraad is de problematiek betreffende de decentralisatie van de bestuursvorm in de belangstelling gekomen. Deze decentralisatie is volgens de heer Vergeer niet meer tegen te houden.
Voorts heeft de minister besloten dat de gemeenschapsraad niet eerder zal verdwijnen voor de gemeenteraden in de gelegenheid zijn zelf wijkraden in te stellen. De heer Vergeer wilde in dit opzicht geen pré alleen voor Zuilen hebben, doch hoopte dat in de stad Utrecht meerdere wijkraden zouden worden ingesteld, waartoe de gelegenheid in de wet zal worden geschonken. Ook de heer Hammink (Chr. Part.) liet zich in deze geest uit.
Voorzitter C.F. de Wilde had vertrouwen in de gemeenteraden, een standpunt dat door secretaris J.J. Hoeflaken en de heer G. Brands (P.v.d.A.) niet werd gedeeld. We moeten maar rustig afwachten, wat moeten we anders, aldus de heer Hoeflaken. Een missive is door een commissie van de gemeenschapsraad samengesteld, die aan vele instanties is gezonden en waarin onder andere tot uitdrukking is gebracht dat een eventuele wijkraad een ambtelijk apparaat naast zich dient te hebben.
Verkeer
Dr. M. Wilhelmy (P.v.d.A.) kon namens de verkeerscommissie zijn vreugde uitspreken over enkele voorzieningen in Zuilen die het verkeer betreffen. De verkeersaders Omloop, Laan van Chartroise, Van Hoornekade/Ahornstraat, Royaards van der Hamkade, Van Egmontkade, Burgemeester van Tuyllkade, Prins Bernhardlaan en Burgemeester Norbruislaan zullen tot voorrangsweg worden verklaard. Op de Amsterdamsestraatweg komen bij de kruispunten St.-Josephlaan/Marnixlaan, Sweder van Zuylenweg/Julianaparklaan en Muyskenweg/De Lessepsstraat verkeerslichten.
Een gedeelte van de vroegere borstelfabriek aan de Burgemeester Norbruislaan kan niet ter beschikking van jeugdverenigingen worden gesteld. In dit gebouw wordt een centraal magazijn van de B.B. in gericht, waarin voor ongeveer een miljoen gulden aan materiaal zal worden opgeslagen.
Aan het slot van de vergadering kon secretaris Hoeflaken toch nog een verheugende mededeling doen. Binnen afzienbare tijd kan worden begonnen met de bouw van een openbare kleuterschool aan de Dr. Max Euwestraat en van een prot. chr. kleuterschool aan de C. van Maasdijkstraat. Daarop was bij de instelling van de gemeenschapsraad, tien jaar geleden, al aangedrongen.
De in het artikel genoemde heer R. Lebbink. Hij wass óók een van de meer dan 300 Zuilense Nederlands-Indië-gangers.