Over de gevolgen van de koude winters van toen…

‘Het zijn de winters van toen niet meer’. We beleven al de langste periode tussen twee Elstedentochten ooit. Het had zijn charme, maar de strenge kou had ook zijn ellende: bevroren waterleidingen, de bloemen op de (slaapkamer)ramen, zelfs kou onder de ‘gestikte dekens’. En dan de dieren. Hierover schreef het Utrechts Nieuwsblad op 19 februari 1947 het volgende artikel.

Julianapark-bewoners hebben het zwaar te verantwoorden

——

Vele dieren sterven er van de koude

Het anders zoo druk bezochte Julianapark aan den Amsterdamschen straatweg ligt nu stil en verlaten. Slechts de diep in zijn kraag gedoken Parkwachter en een enkele dierenvriend bewegen zich over de paden, terwijl de bevroren sneeuw onder hun voetstappen kraakt. Het bezoek aan het park loopt echter uit op een groote teleurstelling. Wel wordt men bij het betreden aangenaam verrast, als men bij het passeeren van het eerste het beste gebouwtje achter de ruiten een eend waarneemt, die met zijn snavel tegen het glaswerk tikt en u aankijkt alsof hij wil zeggen: ja, ik ben er nog! En even verderop ziet ge een pauw, die blijkbaar veel van de trotschheid heeft verloren, want ineengedoken staat hij in zijn hok. Alleen een groote zwarte kraai  schijnt nergens last van te hebben., want lustig vliegt hij heen en weer. Doch voor de rest is er weinig of niets te zien. Zelfs de hertenbevolking, die bij zonnig weer lustig over het sneeuwtapijt huppelt, heeft zich teruggetrokken en vindt het blijkbaar re koud. Voor de rest zijn vrijwel alle dieren opgekooid, in hokken ondergebracht, en ook daar hebben zij het inderdaad zwaar te verantwoorden. De steeds aanhoudende vorst maakt het vrijwel onmogelijk de dieren in goede conditie te houden. Pas toch heeft men de drinkbakken ontdooit en van versch water voorzien, of er vormt zich een alweer een nieuw ijslaagje en het drinken voor de beesten wordt moeilijk, zoo niet onmogelijk.

Het gevolg is dan ook, dat vele dieren sterven en mocht onverhoopt de vorst nog lang aanhouden, dan zullen ongetwijfeld velen volgen.

Onder de visschen zullen ook vele slachtoffers vallen. Wel worden de z.g. bijten geregeld open gehouden, doch als men in aanmerking neemt dat de vijver maar ruim een meter diep is, en het ijs waarschijnlijk tot aan de bodem reikt, dan begrijpt men wel, dat ook de prachtige collectie visschen sterk uitgedund zal worden.

Zoo biedt het in den zomer zoo prachtige Julianapark thans een triesten aanblik, en het is te hopen, dat spoedig de dooi zal intreden en er weer nieuw leven zal gaan heerschen!

zwanen in Julianapark

Later ging het Utrechtse gemeentebestuur bij grote vorstperiodes de zwanen vanuit alle parken en singels in de stad, onderbrengen in het Julianapark.

 

Over het trouwen van stuurman Van Elst van de Zeeverkenners

Trouwen werd natuurlijk ook in Zuilen gedaan. Vaak eerst ten gemeentehuize (en na de annexatie ook in het Utrechtse Stadhuis) en dan ‘in de kerk’. Gewone huwelijksvoltrekkingen werden vermeld in de krant: de rubriek Birgerlijke stand. Als er wat extra’s aan de hand was, kreeg zo’n huwelijk aandacht van de pers. Zo lezen we in het Utrechts Nieuwsblad van 18 februari 1965.

Vandaag werd in de St.-Ludgeruskerk aan de Amsterdamsestraatweg in Utrecht-noord het huwelijk ingezegend van de heer H. van Elst, Vlierboomtraat 15 en mejuffrouw D. Jongerius, Corn. Mertenssstraat. Na de plechtigheid in de r.k. kerk wachtte de heer en mevrouw Van Elst-Jongerius een verrassing, want een aantal zeeverkenners van de r.k. zeeverkennersgroep Tekakwitha, waarvan de heer Van Elst stuurman is, vormden — met roeispanen — een erehaag.

Echtpaar Van Elst-Jongerius

De heer Röben van de bekende winkel in Zuilen overleden.

Menig inwoner van Zuilen zal zich de winkel van de heer Röben herinneren. In het pand op de hoek Amsterdamsestraatweg en de St.-Ludgerusstraat was vele jaren zijn winkel voor ‘woningtextiel’ en manufacturen gevestigd.

Rond 5 december was achter in zijn winkel St.-Nicolaas gezeteld en voor de kerststal van de tegenovergelegen St.-Ludgeruskerk vervaardigde de familie Röben de figuren.

 – Markante aanwezige daarbij was één der driekongen: die leek sprekend op de toenmalige pastoor van de parochie: W. van Albach. Daarover werd de pastoor aangespoken door een parochiaan. Op zijn vraag aan pastoor van Albach waarom hij zo ijdel was zichzelf als koning in plaats van bijvoorbeeld een herder te laten ‘‘vereeuwigen’’, antwoordde hij: ‘‘Als je goed kijkt, zie je dat ik de kroon niet op mijn hóófd maar in mijn hánden heb. Ik bied deze aan, aan het kindeke Jezus. Er is dus helemaal geen sprake van ijdelheid, maar juist van opofferingsgezindheid!’’

‘Wat de geschiedenis leuker maakt, is dat bij latere opbouwers van de kerststal de goede bedoelingen van pastoor van Albach niet altijd bekend waren, zodat het veel te kleine kroontje op het hoofd van de pastoor gezet werd in plaats van in zijn handen gelegd’.

In het Utrechts Nieuwsblad van 17 februari 1961 lezen we het bericht over het overlijden van de heer Röben:

‘De heer J.M.J. Röben overleden

In Utrecht is donderdag overleden de heer J.M.J. Röben, eigenaar van een grote manufacturenzaak aan de Amsterdamsestraatweg 577, op de hoek van de Ludgerusstraat.

De heer Röben, die bijna 68 jaar oud is geworden, begon 41 jaar geleden ’n winkel aan de Amsterdamsestraatweg. Zijn zaak groeide zo voorspoedig, dat het meermalen nodig was uit te breiden. Panden naast de vroegere winkel werden er in de loop van de jaren bij getrokken.

De heer Röben was vooral actief op het gebied van de centrale inkoop in zijn branche. Hij heeft zich bijzonder ingespannen voor Home Bonus, een centrale inkoopvereniging van manufacturiers, gevestigd in Rotterdam.’

Na sluiting van de winkel werd hier een filiaal van de Doe-het-Zelf winkelketen HUBO.

Die winkel is ook al weer vele jaren dicht en binnenkort opent op deze locatie Tim’s Dierenwinkel.

Winkel van Röben

Over de 20.000 ste inwoner van Zuilen

Deze keer een knipsel uit het Zuilens Nieuwsblad van 16 februari 1967…

20.000ste getrouwd

Op 9 oktober 1941 spoedde vader Van Dorland zich naar het Zuilense Raadhuis om aangifte te doen van de geboorte van zijn zoon Johan. Hij was zeer verbaasd toen hij ontvangen werd door de heer Dijzer en Mej. Zachte, die hem bracht bij burgemeester Norbruis. Van hem vernam hij dat zijn zoon de 20.000ste inwoner van Zuilen was. Hij ontving een spaarbankboekje voor zijn zoon.

Veel drukte werd er overigens niet van gemaakt, we waren immers bezet gebied. In ons archief bevindt zich bijgaande foto, die waarschijnlijk gemaakt is vanwege dit heuglijke feit.

Van links naar rechts wethouder v.d. Werff, Burgemeester Norbruis, Secretaris A.J. v.d. Weerd en achter hem Weth. Kievit. Donderdag 23 februari trouwt het 20.000ste borelingske met Gonny v. Doornik, hoofdleidster van de gidsen St.-Ludgerus.

’s Morgens om half elf hopen zij elkaar het ja-woord te geven in de St.-Ludgeruskerk. Onze gelukwensen!

Van Dorland

“Alstublieft mijnheer Dorland”, lijkt de burgemeester te zeggen ”namens de Gemeente Zuilen, hartelijk gefeliciteerd met de geboorte van uw zoon Jopie. Dat hij maar een gezonde inwoner van Zuilen moge worden. Omdat hij de 20.000 ste inwoner van Zuilen is vind ik het leuk u deze enveloppe te mogen overhandigen”. (Voor de nieuwsgierigen onder u, in de enveloppe zat een spaarbankboekje met vijftig gulden inleg voor de nieuwe Zuilenburger.) En over deze boreling gaat het bovenstaande artikel.

W.C. van Hoorn, de gemeente-architect van Zuilen jubileert

De heer Van Hoorn heeft zijn sporen in Zuilen wel verdient. Heel innovatief zorgde hij voor extra groei in Zuilen. Over het jubileum van deze voor Zuilen zo belangrijke man schreef het Utrechts Nieuwsblad op 15 februari 1956 het volgende:

Architect Van Hoorn 25 jaar in gemeentedienst.

Architect W.C. van Hoorn, Prinses Beatrixlaan 21, in Utrecht zal donderdag 16 februari de dag herdenken, dat hij 25 jaar geleden in gemeentedienst trad.

De heer Van Hoorn heeft zich een uiterst bekwaam architect getoond, eerst in Zuilen en daarna in Utrecht. Hij ontwierp zowel het Vliegermonument als het Zuilens Bevrijdingsmonument.

De heer Van Hoorn heeft vooral in de na-oorlogse woningbouw vooruitstrevende ideeën doorgevoerd.

De door hem ontworpen Prinses Margrietschool heeft zelfs in het buitenland de aandacht getrokken.

Donderdagmiddag houdt de heer Van Hoorn van 2 tot 4 uur een receptie te zijnen huize.

W,C. van Hoorn

 

Over slachtoffers van de Watersnoodramp

De Watersnoodramp van 1953 bracht heel Zuilen in beweging. Meer dan 235 vluchtelingen werden hier opgevangen. Er werden ook hulpacties georganiseerd. Daarover stond in het Utrechts Nieuwsblad van 14 februari 1953 het volgende:

Contactmiddag zeer geslaagd

Door het gemeentebestuur van Zuilen werd gisteren een contactmiddag gehouden met de in Zuilen verblijvende geëvacueerden, waarvoor het initiatief was uitgegaan van de directeur van Sociale Zaken, de heer A. Slotboom. De burgemeester wees er in zijn toespraak op, dat de bijzondere emotie van de ramp reeds enigszins is verwerkt, dat enkelen weer zijn teruggekeerd en dat het begin van herstel reeds is waar te nemen. Spr. deed vervolgens belangrijke mededelingen. Op de eerste plaats dat allen, die zich nog niet hebben laten inschrijven, dat ten spoedigste moeten laten doen, daar anders moeilijkheden ontstaan op velerlei gebied. Vervolgens, dat alle mannelijke personen in de gelegenheid worden gesteld, gratis en onder deskundige leiding de fabrieken van Demka en Werkspoor te bezichtigen. Verder, dat het in de bedoeling ligt van de Unie Vrouwelijke Vrijwilligers, eens per week een gezellige middag voor de geëvacueerden te organiseren, waarvan de eerste zal plaats hebben op Donderdag 19 Februari om 2 uur, in het Ontspanningslokaal van Werkspoor van Werkspoor. Spr. deelde mede, dat ook een vertegenwoordiger van het Ned. Bijbelgenootschap aanwezig was, bij wie zij zich kunnen vervoegen, wier Bijbel is verloren gegaan; zij zullen dan gratis in het bezit van een nieuwe worden gesteld. Ook werd er op gewezen dat predikanten van de Herv. en Geref. Kerk aanwezig zijn, met wie men in contact kan treden. Onder de geëvacueerden zijn slechts drie katholieken, met wie door de kath. geestelijkheid contact is opgenomen. Ook werd nog de aandacht gevestigd op de verkoop van zandzakjes.

Vervolgens werd een vertroostend woord gesproken door ds J. Voorsteegh, Ned. Herv. predikant, door ds W. Schouten, Geref. predikant en door ds Luteijn, die allen verklaarden, dat hun deuren steeds wijd open staan om hen te ontvangen, en hen zo nodig hulp en bijstand te verlenen. De heer Boersma deelde mede, dat in het Wijkgebouw van de Oranjekerk op Dinsdag a.s. te drie uur een bijeenkomst zal worden gehouden, waar allen van harte welkom zijn. De heer A. Slotboom vestigde er tenslotte de aandacht op, dat het in de bedoeling ligt van het Gew. Arbeidsbureau te Utrecht een cursus te organiseren over dijktechniek. Deze cursus zal aanvangen a.s. Maandag te twee uur in het gemeentehuis te Zuilen.

Tussen al deze besprekingen en mededelingen door werd thee, limonade en een rokertje aangeboden, terwijl er volop gelegenheid was tot persoonlijk contact. Een geslaagde bijeenkomst.

 

Ontspanningsgebouw

Geen foto van de bijeenkomst, wel van het Ontspanningsgebouw (bestaat nog steeds) waar de bijeenkomst heeft plaatsgevonden. Het gebouw werd gebouwd door Werkspoor. De kelder had een bomvrije en gasdichte ruimte. Het werd geopend in januari 1940.

Botsing in de Hubert Duyfhuysstraat

Dat lees je wel vanker: een botsing hier of daar. Maar in de Hubert Duyfhuysstraat zeker niet dagelijks. In het Utrechts Nieuwsblad van 13 februari 1962 lezen we er wél over:

Hubert Duyfhuysstraat

OM 11.50 uur had vanmorgen een botsing plaats in de Hubert Duyfhuysstraat in Zuilen, waarbij drie auto’s betrokken waren. Er deden zich geen persoonlijke ongelukken voor.

De 22-jarige smid O.J. van D. uit IJsselstein reed in deze straat toen hij de 23-jarige loodgieter G.G. van D. te Utrecht, rijdende in de Johan Uitenbogaertstraat, geen voorrang verleende. Met gevolg dat G.G. van D. de achterbumper van de smid raakte. De 22-jarige smid verloor hierdoor de macht over het stuur en slingerde tegen een in de Duyfhuysstraat nummer 22 geparkeerd staande auto (rechts).

De heer O.J. van D. sloeg met de auto over de kop. (links de auto van de heer O.J. van D.).

Gemeente-ontvanger van Zuilen: J.C. Plomp

 

Plomp, over het jubileum van deze (zeer gewaardeerde) Zuilense gemeente-ontvanger schreef de redactie van het Utrechts Nieuwsblad op 10 februari 1938 het volgende…

Gemeente-ontvanger van Zuilen jubileert

De heer J.C. Plomp, een man met groote plichtsbetrachting en hulpvaardigheid, is heden twintig jaar gemeente-ontvanger van Zuilen

ZUILEN, 10 Febr. — Heden is het twintig jaar geleden, dat de heer J.C. Plomp werd benoemd tot gemeente-ontvanger van Zuilen Deze benoeming geschiedde onder het burgermeesterschap van F.C.C. baron van Tuyll van Serooskerken van Zuylen.

De naam Plomp is sinds jaren en jaren zeer nauw aan de gemeente Zuilen verbonden. De grootvader van den heer J.C. Plomp, dus van den tegenwoordigen gemeente-ontvanger, was reeds burgemeester van Zuilen en wellicht hebben ook diens ouders reeds een leidende rol in de gemeente vervuld. Het eigenaardige is echter, dat de vader van den heer J.C. Plomp jarenlang wethouder is geweest in de gemeente… Maarssen.

Oorspronkelijk hadden de ouders van den gemeente-ontvanger een steenfabriek waar nu de borstelfabriek van de firma Jonker is gevestigd. Als zoovele anderen kon, speciaal door het opraken van de benoodigde klei, het bedrijf niet meer loonend worden gemaakt, en vestigde men zich te Maarssen, waar al spoedig beslag op de werkkracht van den vader van den heer J.C. Plomp werd gelegd door zijn benoeming tot wethouder. Doch in den tijd dat men zich te Maarssen bevond, vervulde een oom, den heer D.M. Plomp weer een belangrijke rol in Zuilen Deze was wethouder en zóó buitengewoon waardeerde men zijn getoonde werkkracht, dat toen eenige jaren geleden een nieuwe brug over de Vecht in oud-Zuilen gereed was gekomen, men deze den naam van D.M. Plompbrug gaf. Jaren en jaren is dus de naam Plomp aan de gemeente Zuilen verbonden geweest.

De thans vòòr 20 jaren benoemde gemeente-ontvanger was aanvankelijk verbonden aan het bedrijf van zijn ouders. Hij bezocht de Handelsschool en werd 10 Februari 1918 in zijn tegenwoordige functie benoemd. In die dagen was Zuilen nog een kleine gemeente van ongeveer 3000 inwoners, waaronder hoogstens 500 belastingplichtigen. Daarna kwamen er jaren waarin de bevolking met sprongen omhoog ging, vooral door de vestiging der industrieën en den bouw van een groot aantal woningen. Thans heeft het inwonerstal reeds de 17500 overschreden. Deze snelle ontwikkeling heeft de heer J.C. Plomp geheel meegemaakt en het heeft veel van zijn arbeidslust en arbeidskracht gevraagd.

Met zijn kantoor heeft hij een ware zwerftocht door de gemeente gemaakt.

Aanvankelijk was zijn bureau gevestigd in het gemeentehuis, daarna in zijn woning, vervolgens in het gebouw van de Woningbouw, daarna in het oude politie-posthuis, dat eenige jaren geleden verdween, vervolgens nog in een ander oud politiebureau en thans is het ondergebracht in een perceel aan de De Muinck Keizerkade.

De heer J.C. Plomp is een man van zeldzame eenvoud, van groote plichtsbetrachting, maar van nog grootere hulpvaardigheid. In een gemeente als Zuilen, goeddeels bestaande uit arbeiders, bovendien zwaar getroffen door de werkloosheid, wordt buitengewoon veel tact en overleg gevraagd om te zorgen dat de belasting geïnd wordt.

En zonder dwangmaatregelen weet hij bijna altijd de zaak in het reine te brengen. Hij vraagt niet of zijn administratieve arbeid daardoor enorm verzwaard wordt, of hij daarvoor een goed deel van zijn vrije tijd moet opofferen, neen, zijn streven is alleen, om allen zooveel mogelijk tegemoet te komen, zooveel mogelijk ter wille te zijn.

De Zuilensche gemeente-ontvanger is dan ook een zeer geziene en zeer gewaardeerde persoonlijkheid in deze gemeente, en velen zullen zeker met ons den wensch uiten, dat hij nog tal van jaren zijn functie zal mogen waarnemen.

J.C. Plomp

J.C. Plomp, 20 jaar gemeente-ontvanger van Zuilen.

 

 

Verlichting van (in) Zuilen…

Ook in het groeiproces van Zuilen worden dingen aangepast. Zoals de openbare verlichting (wij noemden dat gewoon: ‘de lantaarnpalen’. In het Utrechts Nieuwsblad van 9 februari 1938 lezen we:

STRAATVERLICHTING TE ZUILEN VERBETERD

ZUILEN, 9 Febr. – De verlichting aan den Daalscheweg vanaf de Westinghousestraat, tot aan de J.M. de Muinck Keizerkade te Zuilen, was nog altijd verre van goed en er waren gedeelten die zeer donker waren, o.m. bij de openbare lagere school no. 2.

Er wordt aan de Hovenierslaan en de De Muinck Keizerkade nog steeds uitgebreid en hierdoor wordt het verkeer dus ook drukker. Het gemeentebestuur van Zuilen heeft thans weten te bereiken dat de houten lichtmastjes met bovenleiding vervangen worden door metalen masten, die verder over den weg steken en grotere lichtsterkte hebben. Bovendien zijn deze palen zo geplaatst dat alle delen behoorlijk verlicht zijn.

De Muinck Keizerlaan

De Muinck Keizerlaan overdag. Van de situatie in het donker (met of zonder brandende lantaarnpalen) is geen foto beschikbaar. Overigens: de hierboven genoemde Hovenierslaan werd kort hierna omgedoopt tot Prinses Beatrixlaan.

 

Over een almaar groeiend Zuilen…

Vooral in de eerste helft van de vorige eeuw groeide Zuilen razendsnel. De Pedagogenbuurt in Zuilen werd gemeld in het Utrechts Nieuwsblad van 7 februari 1955

 

…De vier woongebouwen, in aanbouw tussen de J.H. Schaperstraat en de Minister Talmastraat, naderen hun voltooiing en in het voorjaar zullen in deze omgeving nog meer huizenblokken in bouw komen. Derhalve is de aanleg van straten ook in dit gebied urgent.

Het ten Noord-Westen van de Prof. H. Bavinckstraat gelegen gedeelte van de Min. Talmastraat zal volgens het plan worden verbreed tot 8 m, zulks ten behoeve van het verkeer naar en van het complex sportterreinen aan het einde van deze straat.

Ook de aan te leggen straat, welke de Noord-Westelijke begrenzing van het stratencomplex van Nieuw Zuilen zal vormen en welke de Amsterdamsestraatweg met de Burg. Norbruislaan zal verbinden, is op een breedte van 8 m. geprojecteerd.

Voor de uitvoering van deze werken vragen B. en W. de raad een crediet te willen verlenen van f 1.015.100.-.

Pedagogenbuurt