Straatmaken is een vak, een zwaar beroep met sjouwen van stenen enz. Over de opleiding in 1965 schreef het Utrechts Nieuwsblad op 21 april:
Een straat maken is niet gemakkelijk
Wedstrijd in Utrecht
(Van een onzer verslaggeefsters)
Stratenmaken is moeilijker dan het lijkt, hebben vandaag een stel jongens uit de Utrechtse wijk Zuilen ontdekt. Zij waren deelnemers aan de straatmaakwedstrijd, die de Stichting Bevordering Wegenbouw in samenwerking met de Nederlandse baksteenindustrie en de Utrechtse dienst voor openbare werken op het grasveldje tussen de Van Egmontkade en de Van Hoornekade organiseerde.
Het is de eerste keer dat iets dergelijks in Utrecht wordt gehouden. Dinsdag sloeg het wedstrijdcomité voor het eerst zijn tenten op in Tilburg, donderdag is Rosmalen aan de beurt, vrijdag komt men in Hilversum.
Het doel van deze wedstrijd is propaganda te maken voor de opleiding die via de afdeling bestrating van de dienst voor openbare werken in het leerlingstelsel mogelijk is. De jongens die deze opleiding volgen krijgen vier dagen per week een praktische opleiding in de dienst, en een dag op een technische school het theoretisch onderricht.
Geringe aanmelding
Dat voor de eerste keer ook Utrecht in deze propaganda wordt betrokken houdt verband met de geringe aanmelding van nieuwe leerlingen voor deze opleiding in dit cursusjaar. Hoewel de afgelopen tien jaar geen reden tot klagen gaven, meldden zich voor de cursus ’64-’65 slechts drie leerlingen aan, terwijl er plaatsingsmogelijkheid voor tien bestond.
Het is niet zo, dat de jongens, die vandaag het straatmaken ‘onder de knie’ hebben gekregen, allemaal adspirant-leerlingen zijn. Het enige doel is de confrontatie met een opleidingsmogelijkheid.
Het ging er bij de wedstrijd die onder het beschuttend zeildoek van een grote tent werd gehouden, in de eerste plaats om dat het stukje van een vierkante meter netjes met bakstenen werd gevuld. De snelheid waarmee dat ging, kwam pas in de tweede plaats.
Niet zo erg moeilijk vond de 13-jarige Theo Matu het straatmaken. Compleet met echte kniebeschermers hanteerde hij de hamer om de stenen in het rulle zand aan te tikken. Af en toe waren er wel eens problemen, maar dan was er altijd wel iemand, die een handje wilde helpen.