De Bessemerlaan
Sir Henry Bessemer (1813-1898) was een Engels ingenieur die een veel snellere methode uitvond die tevens een betere kwaliteit staal opleverde. Hij ontwikkelde daarvoor de ‘Bessemerpeer’, een vat waarin lucht door het gesmolten ruwijzer wordt geblazen, waardoor het teveel aan koolstof wordt geoxideerd.
De Bessemerlaan is een van de eerste straten die in Nieuw-Zuilen werden gebouwd voor de werknemers van de twee grote fabrieken die in Zuilen neerstreken: de Wagon- en Bruggenfabriek Werkspoor en Staalgieterij Demka.
N.V. Bouwvereeniging Elinkwijk
Door de komst van Werkspoor (1913) en Demka (1916) ontstond een grote behoefte aan woningen voor de duizenden werknemer in de omgeving van de beide fabrieken. Om een ‘mooie tuinwijk’ mogelijk te maken werd de benodigde grond door de familie Elink Schuurman, voor een matige prijs verkocht. Om de familie voor dit gebaar te eren werd daarom aan de wijk de naam Elinkwijk gegeven.
Het bouwplan is van architect Karel Muller en omvatte: ‘… 310 huizen, met enkele uitzonderingen van winkelhuizen en beambtenwoningen, alle voor werknemers bestemd, die hier voor een lage huur een ruime woning met flinke tuin voor het kweken van groenten verkrijgen.’ De huizentypes verschillen enorm: grote woningen voor de chefs en bazen en kleinere voor de arbeiders.
De Bessemerlaan
Wat opvalt in de wijk is dat de huizen anders zijn genummerd dan we gewoonlijk tegenkomen: de oneven nummers zijn aan de línker kant.
Op nummer 3 woonde de heer Timmerman, ooit begonnen met een brandstoffenhandel, een verhuisbedrijf en uiteindelijk eigenaar van Radio Actief in de Utrechtse binnenstad.
De heer Niessen, verhuisde vanuit Oud-Zuilen naar het nieuwe Zuilen en streek neer op de Bessemerlaan 21. Daar heeft hij een agentschap van Miele, Migro en Record ‘wasch-machines’. De zaken gaan goed en hij verhuist rond 1945 naar de Amsterdamsestraatweg.
Op nummer 35 kwam na de Tweede Wereldoorlog de heer G.W. Heidenis zijn fotografische diensten aanbieden.
Zo ongeveer halverwege de Bessemerlaan loopt de laan met een bocht naar rechts. Op nummer 67 woonde een van de twee rechercheurs die de politie van Zuilen rijk was, de heer F. Nijpjes. Hij hield beroepshalve de boel in de gaten. In een advertentie in 1946 lezen we dat coupeuse L. Nijpjes (ook op dit adres) zich aanbiedt voor het maken van mantels en japonnen.
In de Bessemerlaan woonde ook mevrouw E. Köhler-De Groot. Zij werd vanwege het onderdak bieden aan Joodse kinderen door de bezetter vermoord.
In het laatste huis aan de oneven kant woonde op nummer 143 de familie Kemkes. Zij kregen in de Tweede Wereldoorlog van de bezetter te horen dat zij hun woning moeten verlaten. De familie verhuisde naar een leeggekomen woning schuin aan de overkant.
De Duitsers namen hun intrek in het pand nummer 143 en groeven in de achtertuin, die immers langs de spoordijk ligt, een aantal schuttersputjes. Vanuit die putjes konden zij een oogje houden op een aantal strategische doelen: niet alleen de Demkafabrieken, maar ook de Demkaspoorbrug en in de verte de Werkspoorfabrieken.
Iedere dag werd voor deze soldaten eten gebracht door militairen met een auto.
Meer weten over de Bessemerlaan en/of Zuilen: www.museumvanzuilen.nl
Voor meer informatie over 100 jaar woningbouw in Zuilen: Bouwen voor de Buurt: bronnen