ONGELUK IN DICHTE MIST BIJ BEESD
Conducteur en machinist komen om bij treinbotsing
(Van een onzer verslaggevers)
BEESD, vrijdag. — De machinist en de conducteur van een personentrein zijn vanmorgen omstreeks zes uur om het leven gekomen bij een botsing in dichte mist tegen een goederentrein bij Beesd. Vier mensen werden gewond. Van hen zijn er twee in een ziekenhuis opgenomen.
Blokwachter D. Dokman, die bij 75 meter zicht de botsing zag aankomen, deed met een rode vlag vergeefse pogingen de bestuurder van de goederentrein te waarschuwen. Deze, de 37-jarige machinist Van Haaren uit Rotterdam, kreeg vermoedelijk een lichte hersenschudding.
De botsing gebeurde vlak bij een beveiligde overweg, op enkele honderden meters van de plaats waar het baanvak dubbelsporig is en de treinen elkaar hadden moeten passeren. Volgens de Spoorwegen is de goederentrein te vroeg het enkel spoor opgereden; het sein stond volgens ooggetuigen op rood, aldus de chef exploitatie van de NS, mr. D. H. C. Ittman. Hij schatte de schade op ƒ 750.000.
De goederentrein kwam op het baanvak Geldermalsen-Dordrecht uit de richting Leerdam; de personentrein uit de tegenovergestelde richting. Beide reden ongeveer 40 km per uur. De slachtoffers zijn de 32-jarige hoofdconducteur G. Stoker uit de Luit Blomstraat 25 in Utrecht en de 37-jarige treinbestuurder N. Venema van het Spinozaplantsoen 45 in Utrecht. Het was in verband met de dichte mist toegestaan, dat de hoofdconducteur in de cabine van de trein zat. De trein had vijftien passagiers.
De heer Van Haaren, die snijwonden en een wond aan zijn oog opliep, zou tijdens het vervoer naar het ziekenhuis te Culemborg hebben verklaard, dat hij wel pogingen had gedaan, de trein tot stilstand te brengen. Uit zijn verhoor moet blijken of de remmen hebben geweigerd.
De gewonden bij het ongeluk zijn: mevrouw W.E. Grosse Hamberg-Griese uit Leerdam (licht gewond naar huis), de heer J. van Ekeren uit Gorcum (licht gewond naar huis), de heer E. van de Pol uit Leerdam (niet ernstig gewond opgenomen in ziekenhuis in Leerdam), machinist J. van Haaren uit Rotterdam (gewond aan oog en verder snijwonden, eerst naar Beatrixziekenhuis in Culemborg, vandaar naar Dijkzichtziekenhuis in Rotterdam).
De treinbestuurder en de hoofdconducteur zaten zo ernstig bekneld, dat het bijna twee uren duurde, voordat zij naar het lijkenhuis van het kerkhof te Beesd konden worden gebracht. Treinbestuurder Venema moet vrijwel direct zijn overleden, hoofdconducteur Stoker overleed terwijl de redders probeerden hem te bevrijden.
Vrij kort na het ongeluk werden bussen ingeschakeld om de reizigers naar Leerdam of Geldermalsen te brengen. Een kraan (hefvermogen 63 ton) verwijderde de vernielde diesellocomotief van de goederentrein en ’t ten dele uit de rails gelopen personentreinstel van het baanvak.
Enkele artsen en achttien leden van de Rodekruiscolonne uit Geldermalsen verleenden de eerste hulp. De ongevallendienst van de Spoorwegen arriveerde tegen zeven uur met een auto uit Amersfoort. Blokwachter Dokman: „De treinen vlogen met een enorme klap op elkaar. De wrakstukken vlogen om mij heen.”
Meteen na de botsing heeft hij een begin van brand onder de goederentrein met een nevelspuit geblust.
De NS verwachtten het baanvak vanavond om zeven uur weer vrij te hebben.