Hiermede hebben wij den droeven plicht U kennis te geven van het sneuvelen van onzen geliefden Zoon, Broeder en Zwager WILLEM ELIZE
SWART, in den ouderdom van ruim 20 jaar, op den 17en Mei 1940.
De teraardebestelling te Emmerik.
Zuilen, 6 Juni 1940.
Van Egmontkade 16bis A.
Zuilen:
Wed. E.W. SWART-Weynands,
BEB,
WILLY,
PIET.
Amsterdam:
H.A. GRET,
J.E. GRET-Swart.
Deze rouwadvertentie stond in het . De heer A.H. Pasman schreef in zijn boekje ‘Zuilen eert zijn gevallenen’ over W.E. Swart het volgende:
‘Door de radio hoorden wij de stem van de omroeper van het A.N.P., die mededeelde, dat we in oorlog waren met Duitsland. Dat de Duitse troepen diezelfde mooie lentemorgen, vriendschapsbewijzen en garantiebeloften ten spijt, ons land binnengetrokken waren.
Laag was de aanval van een groot en machtig land op een klein landje, dat bovendien nog neutraal was. Nog lager en laffer was het werk der leden der N.S.B., die allerlei pogingen aanwendden om de Duitse opmars maar zo snel mogelijk te doen verlopen, om niet te spreken van de verraderspolitiek, die ze vóór de inval al bedreven hadden.
Niettegenstaande het feit, dat de moffen veel sterker waren dan wij, boden de Nederlandse troepen een zo onverwachte tegenstand, dat het opgezette plan om in één dag naar Rotterdam op te rukken en zodoende de Nederlandse vloot geheel in handen te krijgen, mislukte. Vijf dagen hebben onze jongens gevochten als leeuwen tegen overweldiger en heimelijke sabotage der landverraders.
In vijf dagen hebben we nog kans gezien de vijand behoorlijke verliezen toe te brengen; vooral de luchtmacht van dikke Herman leed gevoelige verliezen. In deze vijf dagen verloren duizenden, militairen en burgers. Het leven.
Ook twee Zuilenaren kwamen om op het slagveld. J.W. van der Sandt en W.E. Swart keerden niet meer terug.’