In het Stadskantoor van Utrecht is sinds deze week een expositie over het werken in Utrecht, met de toepasselijke titel ‘Utrecht Werkt’. In drie stappen wordt het werken in de stad Utrecht verbeeld: Werken Toen, Werken Nu en Werken Straks.
Voor het gedeelte over Werken Toen werd een beroep gedaan op het Museum van Zuilen, met de rijke geschiedenis van de grote fabrieken Werkspoor en Demka. Deze twee fabrieken zorgden er niet alleen voor dat de gemeente Zuilen groeide van ruim 900 naar meer dan 26.000 inwoners in veertig jaar, ook de stad Utrecht maakte daardoor een enorme groei mee.
Natuurlijk werkten we graag aan deze tentoonstelling mee. Naarmate ook wij meer en meer van de geschiedenis van deze beide fabrieken weten, blijkt steeds vaker hoe ongelooflijk belangrijk zij waren voor Zuilen, Utrecht, de regio, nee het hele land! – Er is geen Nederlander van vijftig jaar of ouder die niet ooit in zijn leven met de producten van deze fabrieken te maken had! Van scheermesjes tot kippengaas, van treinstellen tot verkeersbruggen, het kwam uit Zuilen!
In het Stadsblad van deze week staat een artikel over deze expositie. De fotograaf die naar het Stadskantoor toog voor het maken van een geschikte afbeelding trof het ‘nogal’. Wie liep daar namelijk toevallig om de bijdrage van het Museum van Zuilen heen? De maker van de drie houten replica’s die het Museum van Zuilen rijk is (burgemeester O. Norbruis, pastoor W. van Albach en Werkspoorder Cees Achterberg).
De fotograaf vond het een mooie combinatie. Wij ook natuurlijk. (Met extra dank voor de tekst: ‘…het zeer actieve Museum van Zuilen…’) Het is een fraaie tentoonstelling geworden, waarin de enorme aardverschuiving in beeld gebracht is die het werken in Utrecht de afgelopen 100 jaar heeft doorstaan: van ‘industriestad’ tot ‘denkstad’, waar vooral de dienstverlenende sector het industriële stokje heeft overgenomen.