Geopend woe. t/m zat. van 10:00 tot 17:00 uur

Groene longen, vingers en snippers sleutelfactor voor levensgeluk Zuilenezen

Zijn dit grote woorden of is het een waarheid als een koe? Feit is dat bij de ontwikkeling van Zuilen van dorpje tot grote stadswijk de keuzes die gemaakt zijn op het gebied van groen een grote bijdrage leveren aan de leefbaarheid anno 2024.

Dierenweide en vijver van het Julianapark in 2021.

Het begon al vroeg. Een rijke bankeigenaar, Jan Kol III, had eind 19e eeuw een privépark, de ‘Tuin van Kol’ laten aanleggen door tuinarchitect Louis Copijn. Toen Werkspoor zich aan de andere kant van het spoor vestigde bood hij het park om niet aan de gemeenten Zuilen en Utrecht aan, mits deze de onderhoudskosten zouden overnemen. Dat vonden beiden te duur, dus ging de deal niet door. Berlage en Holsboer namen de tuin van Kol en een beoogde uitbreiding wél op in hun uitbreidingsplan (1924). Waarschijnlijk liepen toen al gesprekken met de erfgenamen van Kol, die in 1919 overleden was. Ze boden de gemeente Utrecht het park opnieuw aan. Niet meer gratis, maar wel voor een redelijke prijs, op voorwaarde dat het park minstens 100 jaar die functie zou behouden. Die afspraak werd in 1928 beklonken, waarmee de grondslag werd gelegd voor een van de mooiste stadsparken van Nederland: het Julianapark. De Tuin van Kol werd tijdens de crisisjaren in het kader van de werkverschaffing aan de noordzijde uitgebreid tot de huidige grens: de Julianaparklaan.

Aanleg riolering Julianapaviljoen in het kader van een werkverschaffingsproject in de crisisjaren (1936).

Luchtfoto van Zuilen uit 1949, met op de voorgrond de fabrieken van Werkspoor, rechts-midden het nieuwe deel van het Julianapark, aangelegd in 1935-36. Het gebied tussen Julianaparkweg en Elinkwijk is nog onbebouwd, dat was voor de oorlog de thuisbasis van sportvereniging Hercules, maar het buurtje zou in de periode 1955-1965 grotendeels bebouwd worden. Linksmidden zijn nog net de rokende schoorstenen van Demka te zien.

Met de Vechtoevers is het Julianapark de belangrijkste groene long van Zuilen. Het park is in het kader van het Wijkontwikkelingsplan Zuilen aan de Vecht in 2003 opgeknapt, waarbij de speeltuin, het Antje Drijverpaviljoen en de nieuwe afrastering zijn toegevoegd.

In de beginperiode waren de tuindorpen Elinkwijk en Oude Bouw/De Lessepsstraat ook belangrijke bijdragen aan een groene woonomgeving. De boombeplanting, voor- en achtertuintjes maakten deze buurten ook tot groene longen voor de bewoners. In de loop van de jaren is die bijdrage wel onder druk komen staan door het rooien van heggen, en het toevoegen van aanbouwen, schuren en bestrating.

Een volgende toevoeging aan de groenstructuur van Zuilen was de As van Berlage, onderdeel van het Uitbreidingsplan Utrecht (1924) van H.P. Berlage en L.P. Holsboer. Dat plan strekte zich uit tot ver buiten de Utrechtse gemeentegrenzen. De Van Egmond- en Van Hoornekade (de stemvork), Burgemeester van Tuyllkade, Prins Bernhardlaan en Burgemeester Norbruislaan vormen onderdelen van de As op voormalig Zuilens grondgebied. De lanen die onderdeel waren van de As zijn voorzien van indrukwekkende dubbele bomenrijen. De Van Hoornekade, Van Egmondkade en Burgemeester van Tuyllkade werden aanvankelijk ook voorzien van singels, die helaas in de jaren 50 gedempt zijn. Berlage en Holsboer hadden in hun plan ook aangegeven welke andere verbindingswegen in Zuilen voorzien moesten worden van laanbeplanting. Dat advies is in de praktijk wat zuiniger uitgevoerd door de opkomst van de auto, die ruimte in beslag nam die oorspronkelijk voor de laanbeplanting bedacht was.

Royaards van den Hamkade, onderdeel van de As van Berlage, mét singel. De eerste zijstraat links (Keucheniusstraat) was de gemeentegrens tussen Utrecht en Zuilen. Zuilen had daar voortuintjes, Utrecht niet.

In de loop van de jaren dreigde de As te verworden tot een verkeersriool. Met de renovatie van 2003 is die dreiging afgewend. De delen die in de loop van de jaren een breed asfaltprofiel gekregen hadden werden teruggebracht tot 2×1 strook en de laanbeplanting werd aan de noordzijde van de wijk voltooid. Daarmee gaat de As een mooie toekomst tegemoet als groene ruggengraat van Zuilen.

Indrukwekkende boombeplanting op de As van Berlage, ter hoogte van de Prins Bernhardlaan.

Een kadootje: de mooie laanbeplanting van de Edisonstraat is niet ontworpen in het kader van het Uitbreidingsplan, maar het gevolg van de oude wegenstructuur. De Johannes Uitenbogaertstraat en Edisonstraat heetten vroeger de Daalseweg, de oudste verbindingsweg tussen Utrecht en Oud Zuilen. In geschreven stukken wordt de weg voor de eerste keer genoemd in 1244. Met medewerking van het Museum van Zuilen is een wandelroute ontwikkeld, beschreven in het gidsje ‘De Daalsedijkroute, een tocht langs 1000 jaar geschiedenis’ van Bettina van Santen (2009).

Zuilen heeft niet alleen groene longen, maar ook groene vingers. Die zijn aangelegd in de wederopbouwperiode, als uitlopers van de groene Vechtoevers. Direct na de oorlog vormde de bebouwing van Zuilen een rode lappendelen, gescheiden door vele groene zone’s die nog niet bebouwd waren. Omdat de grond eerder nog niet tegen een redelijke prijs te koop was, maar ook vanwege de schootscircel van Fort aan de Klop. Daar mocht niet gebouwd worden. Toen dat na de oorlog wél mocht was het risico levensgroot dat het hele gebied in no-time volgebouwd zou worden. Dat is in de wederopbouwperiode gelukkig voorkomen door een goed ruimtelijk beleid dat drie groene vingers vrij liet van bebouwing: bij de Adriaan van Bergenstraat, het Niftarlakeplantsoen en de Springertuin/Van Heukelompark. De Springertuin is in 1911 ontworpen door de landschapsarchitect Leonard Springer  op het oude landgoed Daelwijck (tegenwoordig: de Parel van Zuilen). De tuin wordt sinds 2003 beheerd door vrijwilligers uit de wijk.

In het kader van het Wijkontwikkelingsplan zijn de groene vingers tussen 2000-2010 nog verder verbeterd, onder meer door de verplaatsing van de sporthal naar het sportpark in Zuilen-Noord en de sloop van een aantal scholen, die vervangen werden door woningbouw die beter aansluit op de parkstroken.

De zuidelijke groene vinger bij het Nijenrodeplantsoen/Adriaan van Bergenstraat.

Niftarlakeplantsoen met rechts de nieuwbouw van het Prinses Ireneplateau.

Springertuin met voormalige gemeentehuis van Zuilen.

Een lastig gebied uit het oogpunt van groenvoorziening wordt begrensd door de Marnixlaan-van Egmondkade-Van Tuyllkade-Sint Ludgerusstraat-Amsterdamsestraatweg. Een heel stenig gebied met vrijwel 100% koop en particuliere bouw, ontwikkeld tussen 1920-1940. In het wijkontwikkelingsplan was de ambitie om daar twee hectare openbaar groen toe te voegen. Dat is niet gelukt, omdat het onbetaalbaar was. De enige groene postzegel is een pocketparkje met speeltuin op de hoek van de Johannes Uitenbogaertstraat en Hubert Duyfhuysstraat, gerealiseerd door de sloop van Openbare School 3 (later: Prinses Ireneschool). Spijtig dat daarvoor het meest monumentale gebouw in het gebied gesneuveld is!

De karakteristieke/monumentale Openbare School 3 aan de Johannes Uitenbogaertstraat/Hubert Duyfhuysstraat was een van de weinige grondposities van de gemeente in deze buurt met verder alleen particuliere woningbouw…

… dus maakte hij plaats voor deze groene speelplek.

Een laatste groendrager in de wijk zijn de groene snippers. Die zijn onderdeel van de uitgegeven grond, maar wel zo ingericht dat ze in de loop van de jaren niet dichtslibben met uitbouwen, tegels en parkeerplaatsen. In Zuilen is al in de wederopbouwperiode ervoor gekozen om bij flatcomplexen geen (of heel weinig) tuintjes uit te geven voor benedenwoningen, maar deze grond als semi-openbaar groen in te richten. Voorbeelden daarvan waren de Pedagogenbuurt en het oude Schaakwijk (beiden inmiddels gesloopt) en de woningen van Woonin en het voormalige Werkspoor pensioenfonds aan het Vechtplantsoen. Ook in de periode van het Wijkontwikkelingsplan is de grond op basis van dit principe uitgegeven: Groen Zuilen, De Bouwmeester/Lieven de Leypad, Ten Nije Lichte/Zeldzaam en de Urban Villa’s aan de Vechtoever (net aangewezen als beschermd stadsgezicht) zijn daar mooie voorbeelden van. Het effect van dit semi-openbare groen wordt versterkt doordat bij de WOP-projecten het parkeren vaak onder de grond verdwenen is.

Groen Zuilen. Collectief groen dat niet geleidelijk aan betegeld wordt of volgebouwd met aanbouwen, zoals het geval is met individueel uitgegeven tuinen.

De Bouwmeester aan het Lieven de Keypad.

In de stadsvernieuwingsperiode was er nauwelijks aandacht voor versterking van de groenstructuur. Een uitzondering was de sloop/nieuwbouw J.S. de Rijkstraat e/o, op de plek waar vroeger de Betonbuurt lag. De gemeentearchitecten ontwierpen hier groene binnenterreintjes aan weerszijden van de Van der Marckstraat, verscholen achter een poort onder de woningen door.

Van der Marckstraat: beschut speelterrein te bereiken via een poortje onder een van de woningen.

Logo Museum van Zuilen witte letters

Adres

Schaverijstraat 13
3534 AS Utrecht

Openingstijden

Woensdag t/m zaterdag van 10:00 tot 17:00 uur.
Reserveer uw bezoek.

Contactgegevens

06 20 56 56 55
info@museumvanzuilen.nl