Na de oorlog is er een enorme woningnood, maar het duurt enige tijd eer de nieuwbouwproductie op stoom komt. Bouwbedrijven hebben een tekort aan materiaal en materieel, in het begin wordt ook prioriteit gegeven aan het herstel van beschadigde gebouwen. Het eerste naoorlogse nieuwbouwproject in Zuilen zijn 48 eengezinswoningen aan de Lelimanstraat, professor Wattjesstraat en Jacob van Campenstraat. Opdrachtgever is de gemeente Utrecht (opdrachtgever), die daarmee gevolg geeft aan een verzoek van Werkspoor en Demka. Zij moeten na de oorlog de productie zo snel mogelijk weer op stoom krijgen en hebben daarvoor extra personeel nodig. Architect was W.Wijmstra uit Maarssen.
De woningen worden in 1948 overgedragen aan woningbouwvereniging Zuilen: complex 4.
Het zijn simpele tradiditionele laagbouwwoningen, gefundeerd op betonstroken (“op staal”), met een stampbetonnen begane grondvloer en houten verdiepingsvloeren. De kap op bovenverdieping begint aan beide gevels een meter of twee boven de vloer: dat scheelt weer een paar kuub woninginhoud, dus minder materiaal nodig.
Toch is het ontwerp niet tot op het bod uitgeknepen. Er is geld gevonden voor gemetselde tuinmuurtjes, ramen in de kopgevels, schuurtjes met schuine daken. En de woningbreedte is 5,5 meter, best riant voor die tijd.
Welke woningen horen bij dit project:
professor Wattjesstraat 1-19 en 2-20
Jacob van Campenstraat 2-20
Lelimanstraat 22-56.