De speeltuin – sluiting van ‘Elinkwijk’.

Nee, dit gaat niet over een speeltuin van voetbalvereniging  ‘Elinkwijk’, maar het gaat over een knipsel in het Utrechts Nieuwsblad van 20 februari 1939 waarin werd geschreven dat de speeltuin aan de Wattlaan wordt opgedoekt om ruimte te maken voor het SEB-gebouw. De Tweede Wereldoorlog vertraagde de plannen (vandaar dat het SEB-gebouw pas 8 november 1952 werd geopend). Maar dát wisten de bewoners van ‘Elinkwijk’ toen nog niet.

SPEELTUIN GAAT VERDWIJNEN

ZUILEN, 20 Febr. — Door de bouwvereeniging „Elinkwijk” wordt sedert eenige jaren aan de Wattlaan een speeltuin geëxploiteerd.

De speeltuin nu zal binnenkort verdwijnen daar op dit terrein een zestal woningen zullen worden gebouwd, waardoor dus een veilige plaats voor de kinderen komt te vervallen.

Het op ditzelfde terrein staande houten gebouw der Openbare Leeszaal zal voorloopig nog blijven, doch er wordt aan plannen voor een nieuw gebouw gewerkt, waardoor dus dit verre van fraaie houten gebouw na vele jaren dienst te hebben gedaan, toch nog wel eens zal verdwijnen.

 

Speeltuin Elinkwijk

Aan de Wattlaan, naast het noodgebouw voor de ‘Openbare Leeszaal’, was deze druk bezochte speeltuin. Schommels, klimrek, evenwichtsbalk, een grote zandbak en, zoals het een goede speeltuin in die tijd betaamde, ook de ringen voor het maken van gymnastische oefeningen waren aanwezig. Zo kon je je nog eens een behoorlijke buil vallen! Er staat wel een schitterende omheining omheen vindt u niet? En de entree mag er ook zijn, met zo’n mooi pannendakje. Zo te zien was er zelfs voor toezicht gezorgd: de man met wandelstok was opa Lobie. Hij had het toezicht goed onder controle.

 

Over de gevolgen van de koude winters van toen…

‘Het zijn de winters van toen niet meer’. We beleven al de langste periode tussen twee Elstedentochten ooit. Het had zijn charme, maar de strenge kou had ook zijn ellende: bevroren waterleidingen, de bloemen op de (slaapkamer)ramen, zelfs kou onder de ‘gestikte dekens’. En dan de dieren. Hierover schreef het Utrechts Nieuwsblad op 19 februari 1947 het volgende artikel.

Julianapark-bewoners hebben het zwaar te verantwoorden

——

Vele dieren sterven er van de koude

Het anders zoo druk bezochte Julianapark aan den Amsterdamschen straatweg ligt nu stil en verlaten. Slechts de diep in zijn kraag gedoken Parkwachter en een enkele dierenvriend bewegen zich over de paden, terwijl de bevroren sneeuw onder hun voetstappen kraakt. Het bezoek aan het park loopt echter uit op een groote teleurstelling. Wel wordt men bij het betreden aangenaam verrast, als men bij het passeeren van het eerste het beste gebouwtje achter de ruiten een eend waarneemt, die met zijn snavel tegen het glaswerk tikt en u aankijkt alsof hij wil zeggen: ja, ik ben er nog! En even verderop ziet ge een pauw, die blijkbaar veel van de trotschheid heeft verloren, want ineengedoken staat hij in zijn hok. Alleen een groote zwarte kraai  schijnt nergens last van te hebben., want lustig vliegt hij heen en weer. Doch voor de rest is er weinig of niets te zien. Zelfs de hertenbevolking, die bij zonnig weer lustig over het sneeuwtapijt huppelt, heeft zich teruggetrokken en vindt het blijkbaar re koud. Voor de rest zijn vrijwel alle dieren opgekooid, in hokken ondergebracht, en ook daar hebben zij het inderdaad zwaar te verantwoorden. De steeds aanhoudende vorst maakt het vrijwel onmogelijk de dieren in goede conditie te houden. Pas toch heeft men de drinkbakken ontdooit en van versch water voorzien, of er vormt zich een alweer een nieuw ijslaagje en het drinken voor de beesten wordt moeilijk, zoo niet onmogelijk.

Het gevolg is dan ook, dat vele dieren sterven en mocht onverhoopt de vorst nog lang aanhouden, dan zullen ongetwijfeld velen volgen.

Onder de visschen zullen ook vele slachtoffers vallen. Wel worden de z.g. bijten geregeld open gehouden, doch als men in aanmerking neemt dat de vijver maar ruim een meter diep is, en het ijs waarschijnlijk tot aan de bodem reikt, dan begrijpt men wel, dat ook de prachtige collectie visschen sterk uitgedund zal worden.

Zoo biedt het in den zomer zoo prachtige Julianapark thans een triesten aanblik, en het is te hopen, dat spoedig de dooi zal intreden en er weer nieuw leven zal gaan heerschen!

zwanen in Julianapark

Later ging het Utrechtse gemeentebestuur bij grote vorstperiodes de zwanen vanuit alle parken en singels in de stad, onderbrengen in het Julianapark.

 

Over het trouwen van stuurman Van Elst van de Zeeverkenners

Trouwen werd natuurlijk ook in Zuilen gedaan. Vaak eerst ten gemeentehuize (en na de annexatie ook in het Utrechtse Stadhuis) en dan ‘in de kerk’. Gewone huwelijksvoltrekkingen werden vermeld in de krant: de rubriek Birgerlijke stand. Als er wat extra’s aan de hand was, kreeg zo’n huwelijk aandacht van de pers. Zo lezen we in het Utrechts Nieuwsblad van 18 februari 1965.

Vandaag werd in de St.-Ludgeruskerk aan de Amsterdamsestraatweg in Utrecht-noord het huwelijk ingezegend van de heer H. van Elst, Vlierboomtraat 15 en mejuffrouw D. Jongerius, Corn. Mertenssstraat. Na de plechtigheid in de r.k. kerk wachtte de heer en mevrouw Van Elst-Jongerius een verrassing, want een aantal zeeverkenners van de r.k. zeeverkennersgroep Tekakwitha, waarvan de heer Van Elst stuurman is, vormden — met roeispanen — een erehaag.

Echtpaar Van Elst-Jongerius

De heer Röben van de bekende winkel in Zuilen overleden.

Menig inwoner van Zuilen zal zich de winkel van de heer Röben herinneren. In het pand op de hoek Amsterdamsestraatweg en de St.-Ludgerusstraat was vele jaren zijn winkel voor ‘woningtextiel’ en manufacturen gevestigd.

Rond 5 december was achter in zijn winkel St.-Nicolaas gezeteld en voor de kerststal van de tegenovergelegen St.-Ludgeruskerk vervaardigde de familie Röben de figuren.

 – Markante aanwezige daarbij was één der driekongen: die leek sprekend op de toenmalige pastoor van de parochie: W. van Albach. Daarover werd de pastoor aangespoken door een parochiaan. Op zijn vraag aan pastoor van Albach waarom hij zo ijdel was zichzelf als koning in plaats van bijvoorbeeld een herder te laten ‘‘vereeuwigen’’, antwoordde hij: ‘‘Als je goed kijkt, zie je dat ik de kroon niet op mijn hóófd maar in mijn hánden heb. Ik bied deze aan, aan het kindeke Jezus. Er is dus helemaal geen sprake van ijdelheid, maar juist van opofferingsgezindheid!’’

‘Wat de geschiedenis leuker maakt, is dat bij latere opbouwers van de kerststal de goede bedoelingen van pastoor van Albach niet altijd bekend waren, zodat het veel te kleine kroontje op het hoofd van de pastoor gezet werd in plaats van in zijn handen gelegd’.

In het Utrechts Nieuwsblad van 17 februari 1961 lezen we het bericht over het overlijden van de heer Röben:

‘De heer J.M.J. Röben overleden

In Utrecht is donderdag overleden de heer J.M.J. Röben, eigenaar van een grote manufacturenzaak aan de Amsterdamsestraatweg 577, op de hoek van de Ludgerusstraat.

De heer Röben, die bijna 68 jaar oud is geworden, begon 41 jaar geleden ’n winkel aan de Amsterdamsestraatweg. Zijn zaak groeide zo voorspoedig, dat het meermalen nodig was uit te breiden. Panden naast de vroegere winkel werden er in de loop van de jaren bij getrokken.

De heer Röben was vooral actief op het gebied van de centrale inkoop in zijn branche. Hij heeft zich bijzonder ingespannen voor Home Bonus, een centrale inkoopvereniging van manufacturiers, gevestigd in Rotterdam.’

Na sluiting van de winkel werd hier een filiaal van de Doe-het-Zelf winkelketen HUBO.

Die winkel is ook al weer vele jaren dicht en binnenkort opent op deze locatie Tim’s Dierenwinkel.

Winkel van Röben

Over de 20.000 ste inwoner van Zuilen

Deze keer een knipsel uit het Zuilens Nieuwsblad van 16 februari 1967…

20.000ste getrouwd

Op 9 oktober 1941 spoedde vader Van Dorland zich naar het Zuilense Raadhuis om aangifte te doen van de geboorte van zijn zoon Johan. Hij was zeer verbaasd toen hij ontvangen werd door de heer Dijzer en Mej. Zachte, die hem bracht bij burgemeester Norbruis. Van hem vernam hij dat zijn zoon de 20.000ste inwoner van Zuilen was. Hij ontving een spaarbankboekje voor zijn zoon.

Veel drukte werd er overigens niet van gemaakt, we waren immers bezet gebied. In ons archief bevindt zich bijgaande foto, die waarschijnlijk gemaakt is vanwege dit heuglijke feit.

Van links naar rechts wethouder v.d. Werff, Burgemeester Norbruis, Secretaris A.J. v.d. Weerd en achter hem Weth. Kievit. Donderdag 23 februari trouwt het 20.000ste borelingske met Gonny v. Doornik, hoofdleidster van de gidsen St.-Ludgerus.

’s Morgens om half elf hopen zij elkaar het ja-woord te geven in de St.-Ludgeruskerk. Onze gelukwensen!

Van Dorland

“Alstublieft mijnheer Dorland”, lijkt de burgemeester te zeggen ”namens de Gemeente Zuilen, hartelijk gefeliciteerd met de geboorte van uw zoon Jopie. Dat hij maar een gezonde inwoner van Zuilen moge worden. Omdat hij de 20.000 ste inwoner van Zuilen is vind ik het leuk u deze enveloppe te mogen overhandigen”. (Voor de nieuwsgierigen onder u, in de enveloppe zat een spaarbankboekje met vijftig gulden inleg voor de nieuwe Zuilenburger.) En over deze boreling gaat het bovenstaande artikel.

W.C. van Hoorn, de gemeente-architect van Zuilen jubileert

De heer Van Hoorn heeft zijn sporen in Zuilen wel verdient. Heel innovatief zorgde hij voor extra groei in Zuilen. Over het jubileum van deze voor Zuilen zo belangrijke man schreef het Utrechts Nieuwsblad op 15 februari 1956 het volgende:

Architect Van Hoorn 25 jaar in gemeentedienst.

Architect W.C. van Hoorn, Prinses Beatrixlaan 21, in Utrecht zal donderdag 16 februari de dag herdenken, dat hij 25 jaar geleden in gemeentedienst trad.

De heer Van Hoorn heeft zich een uiterst bekwaam architect getoond, eerst in Zuilen en daarna in Utrecht. Hij ontwierp zowel het Vliegermonument als het Zuilens Bevrijdingsmonument.

De heer Van Hoorn heeft vooral in de na-oorlogse woningbouw vooruitstrevende ideeën doorgevoerd.

De door hem ontworpen Prinses Margrietschool heeft zelfs in het buitenland de aandacht getrokken.

Donderdagmiddag houdt de heer Van Hoorn van 2 tot 4 uur een receptie te zijnen huize.

W,C. van Hoorn

 

Over slachtoffers van de Watersnoodramp

De Watersnoodramp van 1953 bracht heel Zuilen in beweging. Meer dan 235 vluchtelingen werden hier opgevangen. Er werden ook hulpacties georganiseerd. Daarover stond in het Utrechts Nieuwsblad van 14 februari 1953 het volgende:

Contactmiddag zeer geslaagd

Door het gemeentebestuur van Zuilen werd gisteren een contactmiddag gehouden met de in Zuilen verblijvende geëvacueerden, waarvoor het initiatief was uitgegaan van de directeur van Sociale Zaken, de heer A. Slotboom. De burgemeester wees er in zijn toespraak op, dat de bijzondere emotie van de ramp reeds enigszins is verwerkt, dat enkelen weer zijn teruggekeerd en dat het begin van herstel reeds is waar te nemen. Spr. deed vervolgens belangrijke mededelingen. Op de eerste plaats dat allen, die zich nog niet hebben laten inschrijven, dat ten spoedigste moeten laten doen, daar anders moeilijkheden ontstaan op velerlei gebied. Vervolgens, dat alle mannelijke personen in de gelegenheid worden gesteld, gratis en onder deskundige leiding de fabrieken van Demka en Werkspoor te bezichtigen. Verder, dat het in de bedoeling ligt van de Unie Vrouwelijke Vrijwilligers, eens per week een gezellige middag voor de geëvacueerden te organiseren, waarvan de eerste zal plaats hebben op Donderdag 19 Februari om 2 uur, in het Ontspanningslokaal van Werkspoor van Werkspoor. Spr. deelde mede, dat ook een vertegenwoordiger van het Ned. Bijbelgenootschap aanwezig was, bij wie zij zich kunnen vervoegen, wier Bijbel is verloren gegaan; zij zullen dan gratis in het bezit van een nieuwe worden gesteld. Ook werd er op gewezen dat predikanten van de Herv. en Geref. Kerk aanwezig zijn, met wie men in contact kan treden. Onder de geëvacueerden zijn slechts drie katholieken, met wie door de kath. geestelijkheid contact is opgenomen. Ook werd nog de aandacht gevestigd op de verkoop van zandzakjes.

Vervolgens werd een vertroostend woord gesproken door ds J. Voorsteegh, Ned. Herv. predikant, door ds W. Schouten, Geref. predikant en door ds Luteijn, die allen verklaarden, dat hun deuren steeds wijd open staan om hen te ontvangen, en hen zo nodig hulp en bijstand te verlenen. De heer Boersma deelde mede, dat in het Wijkgebouw van de Oranjekerk op Dinsdag a.s. te drie uur een bijeenkomst zal worden gehouden, waar allen van harte welkom zijn. De heer A. Slotboom vestigde er tenslotte de aandacht op, dat het in de bedoeling ligt van het Gew. Arbeidsbureau te Utrecht een cursus te organiseren over dijktechniek. Deze cursus zal aanvangen a.s. Maandag te twee uur in het gemeentehuis te Zuilen.

Tussen al deze besprekingen en mededelingen door werd thee, limonade en een rokertje aangeboden, terwijl er volop gelegenheid was tot persoonlijk contact. Een geslaagde bijeenkomst.

 

Ontspanningsgebouw

Geen foto van de bijeenkomst, wel van het Ontspanningsgebouw (bestaat nog steeds) waar de bijeenkomst heeft plaatsgevonden. Het gebouw werd gebouwd door Werkspoor. De kelder had een bomvrije en gasdichte ruimte. Het werd geopend in januari 1940.

Botsing in de Hubert Duyfhuysstraat

Dat lees je wel vanker: een botsing hier of daar. Maar in de Hubert Duyfhuysstraat zeker niet dagelijks. In het Utrechts Nieuwsblad van 13 februari 1962 lezen we er wél over:

Hubert Duyfhuysstraat

OM 11.50 uur had vanmorgen een botsing plaats in de Hubert Duyfhuysstraat in Zuilen, waarbij drie auto’s betrokken waren. Er deden zich geen persoonlijke ongelukken voor.

De 22-jarige smid O.J. van D. uit IJsselstein reed in deze straat toen hij de 23-jarige loodgieter G.G. van D. te Utrecht, rijdende in de Johan Uitenbogaertstraat, geen voorrang verleende. Met gevolg dat G.G. van D. de achterbumper van de smid raakte. De 22-jarige smid verloor hierdoor de macht over het stuur en slingerde tegen een in de Duyfhuysstraat nummer 22 geparkeerd staande auto (rechts).

De heer O.J. van D. sloeg met de auto over de kop. (links de auto van de heer O.J. van D.).

Prijzen Julianapark te hoog (in 1963 dus)

De Zuilense Gemeenschapsraad werd na de annexatie ingesteld voor de inwoners van Zuilen, ‘om inspraak te hebben’ bij de Utrechtse gemeenteraad. Werd na 10 jaar uit frustratie opgeheven. Het Utrechts Nieuwsblad  deed regelmatig verslag over de vergaderingen, ook over de te hoge prijzen in het Julianapark-restaurant op 12 februari 1963:

Gemeenschapsraad heeft:

Kritiek op de prijzen van Zuilens restaurant

„Het ging bij de opzet om een goedkope gelegenheid”

Het restaurant in het Julianapark in de Utrechtse wijk Zuilen is door zijn prijzen te exclusief, meende maandagavond de Zullense gemeenschapsraad. Teveel wijkbewoners kunnen er hierdoor geen gebruik van maken.

De opzet bij de (vooroorlogse) bouw door jeugdige werklozen was juist, dat de bezoekers van het park hier een goedkope gelegenheid zouden vinden om een consumptie te gebruiken, zei de heer Van der slot (PvdA). De hele gemeenschapsraad meende dat het weer zo moet worden, zij het dat de drankvergunning er moet blijven. Omdat de pacht op 1 januari 1965 afloopt, kan binnenkort over dit punt in de gemeenschapsraad een voorstel van het dagelijks bestuur worden verwacht.

 

Tweemaal kermis

Zo B. en W. akkoord gaan, komen er dit jaar in Utrecht-noord weer twee wijkkermissen. De eerste van 1-8 juni aan de Adriaan van Bergenstraat, waarvan het batig saldo voor de culturele en ontspanningsvereniging ’t Zand is. Begin augustus houdt de buurtvereniging Prinses Juliana dan een kermis, waarschijnlijk in de St.-Josephlaan. Als de hoofden van de Zuilense scholen hun leerlingen niet voor het schoolzwemmen naar Ozebi of Den Hommel willen sturen, omdat zij dat te ver vinden, willen B. en W. daar geen morele druk op uitoefenen. „Ze zouden met de bus kunnen gaan”, opperde de heer Lebbink (PvdA) en voorzitter De Wilde zag er een goede aanleiding in nogmaals aan te dringen op de bouw van een kinderinstructiebad in Zuilen.

Nog steeds schijnt het dagelijks bestuur van de gemeenschapsraad te pogen de wijkvereniging Stichting Gemeenschap Zuilen nieuw leven in te blazen. Men hoopt dat dit zal gelukken door het aantrekken van nieuwe medewerkers.

Het gemeentebestuur bleek van mening dat er in Zuilen niet veel ratten te bestrijden waren. De gemeenschapsraad weet beter en zal de plaatsen opgeven waar de ratten zo nu en dan te bezichtigen zijn. De heer Lebbink vroeg of het Verzetsmonument niet eerder dan in 1970 moet worden verplaatst, omdat er in 1965 al een brug over de Vecht bij De Muinck Keizerlaan zal worden gebouwd. Mevrouw M.C. Hooyboer-Vis (KVP) gaat deel uitmaken van de gemeentelijke commissie voor jeugdzorg, waarbij zij de plaats van de heer H. Hendriks inneemt, zo besloot de gemeenschapsraad.

Julianapark-Restaurant

 

Over overwinteren in Zuilen

De gemeente Utrecht concentreerde de verzorging van de dieren in de verschillende parken in het Julianapark. Het Utrechts Nieuwsblad schreef hierover op 11 februari 1967:

Dieren overwinteren in Zuilens Julianapark

Goede verzorging en eten gewaarborgd

(Van een onzer verslaggevers)

UTRECHT — Het Julianapark in Zuilen lijkt in de wintermaanden veel op een kleine dierentuin. Naast de aanwezige fauna zijn in deze periode veel zwanen uit de singels gehaald om hier regelmatig gevoederd te kunnen worden. Ook zijn er enkele kraanvogels tijdelijk ondergebracht. De meeste dieren kunnen gewoon buiten in het park blijven, ze worden goed verzorgd. Het overwinteren geschiedt in de hokken.

In een van de hokken staat een saras kraanvogel. Het is ’n logé, die hier herstelt van een ingrijpende operatie: zijn ene poot is afgezet. In het volgende hok verblijven drie kroonkraanvogels met een grappige krans van dunne veertjes „Het paartje hoort hier”, vertelt de opzichter van openbare werken „de andere gaat straks weer naar het hertenkamp in Oog in Al. Buiten komt het dier ook beter uit dan in zo’n hok, het blijft er ook schoner.” Tenslotte verblijven er in de hokken nog twee grote saras kraanvogels en twee flamingo’s, een Chileense en een egyptische, prachtig rose van kleur. De kraanvogels horen ook in Oog in Al thuis, de flamingo’s gaan in mei weer rondlopen in het Julianapark.

Kleine vogels

In een ander stel hokken huizen de kleine vogels: tropische vogels, papegaaien, beo’s en twee toeccaco’s, alleen vruchten etende dieren uit Afghanistan. „Die witte papegaai heb ik gekregen van iemand die dacht dat het dier spreken kon worden geleerd. Maar daar is het geen soort voor,” aldus de opzichter. De felgekleurde dieren zitten naast elkaar op beugels. „Zij hangen niet zomaar naast elkaar, maar wij moeten echt rekening houden met de sympathieën van de dieren. Degenen die nu naast elkaar hangen zijn echt vriendje en vriendinnetje van elkaar. Het is jammer dat sommige jongens de dieren gemeen plagen in het park, daardoor worden ze soms vals.”

Wanneer we door het park lopen is het opvallend hoeveel groen er al te zien is. Op vele plaatsen steken de groene punten van de narcissen vele centimeters boven de grond en ook aan de struiken zijn al vele groene puntjes te ontdekken.

Papagaaien

DEZE TWEE papegaaien kunnen het best met elkaar vinden. De rechter is zelfs naast zijn kameraadje op de beugel gaan zitten.

De opzichter voor de beplanting in Utrecht-noord vindt het fijn met dieren te werken. In Emmeloord, waar hij voorheen woonde, hield hij zich voornamelijk bezig met herten. „Dieren zijn altijd mijn hobby geweest”, vertelt hij. Hier in het rayon heeft hij driekwart van de dag nodig om alles te conrtoleren. De resterende tijd brengt hij door met het bijhouden van de administratie in zijn kantoortje in het voormalige gemeentehuis te Zuilen.

Wanneer we bij de zwanen staan te kijken legt hij uit dat de zwarte zwanen (Utrecht is een van de weinige plaatsen in het land waar de zwarte zwanen broeden) agressiever zijn dan hun witte soortgenoten. In een uur tijd zorgt een zwarte er soms voor dat hij alléén nog in de vijver zwemt, terwijl de witte zwanen op de kant zijn gevlucht.

Op het gras, een eindje verder, lopen brandganzen. Zij komen oorspronkelijk uit West-Rusland, maar dit is een kweekprodukt. „Vorig jaar hebben wij pech gehad”, zegt de opzichter, „er was toen maar één ei bevrucht. Dat kwam door het koude voorjaar. De woerden worden niet speels in de kou”.

 

DE WITTE ZWANEN zwemmen onverstoorbaar rondjes in de vijver van het park. Hier zijn zij verzekerd van voedsel. Maar over een paar maanden kunnen zij in de singels zelf weer voldoende aas vinden.

Er lopen ook Syberische roodhals-ganzen, prachtig diep van kleur. Achter een hek een groep van veertien volwassen hindes, een bok en tien jonge diertjes. Het zijn zogenaamde damherten. Voor de kinderen, die met hun vader of moeder door het park wandelen, zijn de herten trekpleisters. De herten snuffelen wat aan het hek en lopen dan statig weer een eindje verderop. Verborgen tussen een „rots” zitten vijf Zwitserse berggeitjes. Alleen een bokje laat zich zien, hij is voor een tijdje geleend van de gemeente De Bilt om hier zijn werk te doen. In de wei lopen ook nog een paar Drentse heideschapen en er huppelt zelfs een konijntje rond.

Partner gezocht

Bij een vijvertje zitten vier jonge zwarte zwanen, ’s Zomers komen daar ook de flamingo’s. Nu ligt er rustig een crysopgans, een weduwe, waarvoor de opzichter graag een partner zou hebben. Hij weet wel iemand met een mannetje, maar die wil hem niet afstaan. Bij de vijver scharrelen vier keizerganzen („die zijn zeldzaam, wij zijn er erg blij mee”), het zijn twee paartjes. In de schuur verblijven twee berggeitjes, elk met twee jongen. De geitjes zijn te vroeg geboren, daarom worden ze nog een tijdje binnen gehouden.

In het park, waar het in deze koude dagen niet erg druk is — alleen de bruidsparen die hier komen om gefotografeerd te worden laten geen verstek gaan — staan ook volières met de meest uiteenlopende soorten vogels. Behalve gewone parkieten, die zomer en winter buiten blijven, zijn er twee satir tragopans fazanten, prachtig rood en zwart van kleur en bedekt met zwarte stippen die op waterdruppels lijken. De opzichter weet van alle dieren iets te vertellen en de problemen die er opdoemen hebben meestal te maken met het gebrek aan of het te kleine aantal jongen. Want ook in het park is het leuk als van de zomer weer vele dieren van de meest uiteenlopende soorten over het gras lopen, al is het dan officieel geen dierentuin.