Rode Bouw
De woningbouwvereniging Utrecht -in 1950 omgedoopt tot Arbeiderswoningbouwvereniging Utrecht– had direct na zijn oprichting in 1920 de torenhoge ambitie om de hele driehoek binnen de stemvork van het uitbreidingsplan Berlage-Holsboer vol te bouwen met sociale huurwoningen. Het gebied lag op het grondgebied van twee gemeenten: Zuilen en Utrecht. Waarbij de gemeente Zuilen bepaald niet enthousiast was om deze oproerkraaiers ter wille te zijn.
Na drie jaar voorbereiding kon op 12 mei 1923 de eerste steen gelegd worden. In oktober kwam de bouw stil te liggen door financiële problemen bij de aannemer. Pas in april 2024 werd het werk hervat en eind van dat jaar was het eerste deelproject gereed. De laatste woning van de Rode Bouw werd pas in 1935 opgeleverd. Omdat het ontwerp steeds werd gegund aan de architecten Gulden en Geldmaker is die lange doorlooptijd niet af te zien aan het resultaat: dat vormt een harmonieus geheel.
Op het binnenterrein van het Noordelijke blok tussen Kenaustraat en Van Hoornekade werd in 1937 een pierenbadje aangelegd, betaald uit het voorzieningenfonds van de woningbouwvereniging. Het is in de jaren 80 gesloopt, waarbij de vrijgekomen grond grotendeels gebruikt is voor het vergroten van de achtertuinen van woningen. Veel later (1955) zorgde de woningbouwvereniging ook voor de bouw van het clubhuis van de Culturele Ontspanningsvereniging, op het achterterrein van het bouwblok tussen Kenaustraat en Van Egmondkade.
Ultimo 2022 is het complex nog 100% sociale huur.
Welke woningen horen bij dit project:
Barthold Entesstraat 1-9
Kenaustraat
Marnixlaan 122-226
Jan van der Doesstraat
Ripperdaplein
Van der Werffplein
Van Egmontkade (oneven nummers)
Van Hoornekade (even nummers)