Boeken Deel 2 – DE RODE BOUW
Woningbouwvereniging ‘Utrecht’ werd op 13 december 1919 opgericht. Zo aan de grens met Utrecht en een annexatie in het vooruitzicht niet zo’n gekke naam. Toch gaat deze vereniging al snel door het leven onder de naam Arbeiders Woningbouwvereniging. Deze socialistische woningbouwvereniging werd opgericht op initiatief van delen van de politieke stroming die we tegenwoordig herkennen in de Partij van de Arbeid en de FNV.
Voor de bouw van woningen onder het beheer van deze woningbouwvereniging wordt een beroep gedaan op de architecten Gulden en Geldmaker. Al in 1920 worden vergaderingen belegd waarin wordt besproken wat de beste materiaalkeuze is voor de bouw van de woningen die officieel onder de naam Complex 1 van start gaat. Het zijn de woningen die de driehoek vullen tussen de Van Egmond- en de Van Hoornekade en aan de achterzijde worden begrensd door de Marnixlaan. De gemoederen raken aardig verhit als de voors en tegens van beton aan de orde komen. In de notulen van de vergadering van 23 december 1920 springt de heer Gulden namens de arbeiders in de bres voor de bouw van woningen van steen. Er moet ook nog besloten worden of de te bouwen woningen van gas of elektra voorzien zullen worden. Als uiteindelijk ook de politieke hobbels genomen zijn, kan de bouw van de eerste honderd woningen in 1923 beginnen. De eerste steen wordt op 12 mei van dat jaar gelegd door de wethouder van Openbare Werken van de gemeente Utrecht, de heer G.C.B. van Dijk.
Maar daarmee zijn de problemen nog niet de wereld uit: de aannemer blijkt niet financieel draagkrachtig genoeg voor dit grote project en de bouw van het hele Complex 1 komt per oktober 1923 stil te liggen. Pas medio april 1924 kunnen de heren verder. Uiteindelijk komt het toch allemaal goed: de Rode Bouw krijgt de eerste bewoners.
De eerste woningen van Complex 1 die werden opgeleverd, stonden aan de Kenaustraat. De huidige woordenboeken omschrijven het woord ‘kenau’ als ‘bazige, potige vrouw’. De naamgeefster aan deze straat was mevrouw Kenau die in de periode 1572-1573, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, haar vrouwtje stond in de verdediging van Haarlem.
Wandelen door de Kenaustraat doen we weer in 1937 en vanaf Utrecht. De gemeentegrens loopt diagonaal door de Kenaustraat ter hoogte van de kruising met het Van der Werffplein. Het is een typische straat met woningen en weinig winkels. Op nummer 3 woont de heer de Haan. Hij houdt zich als regisseur heel lang bezig met de kinderoperette van de Culturele Ontspannings Vereniging ‘Utrecht’ (COVU) die in de Rode Bouw actief is. De leidster van de kinderoperette is mevrouw Brouwer van de Van Egmondkade. Zij wordt opgevolgd door Trijn de Vries, die ook nog meewerkt aan de toneelspelen die worden georganiseerd in verband met het 1200-jarig bestaan van Zuilen in 1950. De COVU is actief op diverse terreinen: er bestaat een kinderoperettevereniging, een toneelvereniging en een zangvereniging. Vooral na de Tweede Wereldoorlog bloeit het verenigingsleven buitengewoon. Bijna alle kinderen in de Rode Bouw doen mee en voor de uitvoeringen moet worden uitgeweken naar een grote zaal, omdat anders niet alleen het podium te klein is maar ook de grote schare publiek geen plaats geboden kan worden. De uitvoeringen van de kinderoperettes worden daarom gehouden in het Pastoor Schiltehuis. Zo kunnen we na de oorlog kijken naar ‘Goudmuiltje’ en natuurlijk ‘Repelsteeltje’.
Op de kruising met de Jan van der Doesstraat komen we bij de vier winkels die de bewoners van deze wijk voorzien van de dagelijkse levensbehoeften. Op nummer 19 zit A. Griffioen (later Van der Wurff) met zijn handel in groenten. Nummer 20 huisvest slager Beerthuizen. Op nummer 21 zit nu nog de heer T.W. Speld met zijn melkwinkel maar die wordt over niet al te lange tijd opgevolgd door de heer B.J. van Oort. Nummer 22 is de winkel van de heer J.C. de Lang waar u terecht kunt voor levensmiddelen.
U kunt heel ver zien als u de straat richting Maarssen uitkijkt. ‘Swesereng’, het gebouw dat op de ‘punt’ komt, is er nog lang niet, dat komt pas in 1986 tot stand. Deze situatie geeft de organisaties van ‘evenementen’ in Zuilen een mooie plek om ze te organiseren, het braakliggende veldje aan het einde van de Kenaustraat.
In het eerste boek schreef ik al over het zwembad dat bij zo weinig inwoners van Zuilen bekend is. Dat ligt ingesloten tussen de woningen van de Van Hoornekade, Jan van der Doesstraat en de Kenaustraat. Het zwembad werd verfraaid met een prachtige waterspuwer die werd ontworpen door de beeldhouwer Kuilenburg. Het is een kikker met twee jongetjes, verbeeldend: Mickey Mouse is ziek, Bulletje en Bonenstaak verzorgen de patiënt.
Dit zijn voorzieningen die worden uitgevoerd dankzij een ‘voorzieningenfonds’ dat de Arbeiders Woningbouw Vereniging ‘Utrecht’ sticht. De gelden van dit fonds mogen volgens de statuten ook gebruikt worden voor een tegemoetkoming in de huur als de huurder door stakingsdeelname zijn huur niet kan betalen. Maar omdat de zinsnede ‘de ontspanning voor kinderen moet van goed gehalte wezen, een arbeiderskind kan nooit teveel genieten’ ook in de statuten is opgenomen, worden de gelden van het ‘voorzieningenfonds’ tevens gebruikt voor het financieren van kinderfeesten.