Boeken Deel 2 – DAALSEWEG
Nu we Oud-Zuilen en een van de steenfabrieken op ons gemak hebben bekeken en zo met onze wortels hebben kennisgemaakt, kunnen we verder. We gaan wandelen door het nieuwe deel van Zuilen en als we een beetje op het tijdspad willen letten, dan moet niet de Amsterdamsestraatweg maar de Daalseweg het eerst aan bod komen. Die ga ik maar eens aan u voorstellen. De Daalseweg waarover ik in dit hoofdstuk schrijf is niet (meer) de Daalseweg van tegenwoordig. De Daalseweg liep van Utrecht via het klooster ‘Maria ten Daele’ naar Maarssen en uiteindelijk helemaal naar Amsterdam. Napoleon vond dit een te bochtige weg en liet een nieuwe weg naar Amsterdam aanleggen die we allemaal kennen als de Amsterdamsestraatweg.
De Daalseweg was dus veel langer dan het korte stukje dat we nu nog kennen: vanaf de Burgemeester Norbruislaan naar de Zuilenselaan. Op oude kaarten zien we dat in 1649 de weg wordt aangeduid als ‘Den Wegh na Amfterdam’, terwijl in 1695 op een kaart staat ‘Den Daelfchen Dyck’. Deze weg was één van de mogelijkheden om de stad Utrecht aan de noordkant te verlaten, de andere was langs de Vecht. De Eerste- en Tweede Daalsedijk in Utrecht herinneren nog aan het stuk dat binnen de stadsgrenzen lag.
Latere bebouwingen hebben ervoor gezorgd dat een deel van de oorspronkelijke Daalseweg wat minder kronkelig werd. Vanaf de gemeentegrens met Utrecht kwam de Daalseweg voor een deel te vervallen omdat er huizen gebouwd werden. Het gaat om het huizenblok dat begrensd wordt door de Amsterdamsestraatweg, Marnixlaan, de Groen van Prinstererstraat en het Oppenheimplein. (Het stuk van de oude Daalseweg dat in het verlengde van de Groen van Prinstererstraat ligt, richting stad Utrecht, heet niet voor niets Mariëndaalstraat.) Ook voorbij de Marnixlaan werden enige huizenblokken op de oude loop van de Daalseweg gebouwd. Het eerste stuk weg dat weer grotendeels het oorspronkelijke tracé van de Daalseweg volgt, is de Johannes Uitenbogaertstraat. Naar het noorden verder gaand, komen we de naam Daalseweg voorbij de Sweder van Zuylenweg weer tegen, dat wil zeggen tot 27 september 1949.
De toenmalige gemeenteraad van Zuilen besloot de naam Daalseweg te wijzigen voor het traject vanaf de Sweder van Zuylenweg tot aan de F. Koolhovenstraat. De nieuwe naam voor dit stuk werd Edisonstraat. In dit gedeelte van Zuilen (waar de Daalseweg door loopt) werden de straten voorzien van namen van grote internationale uitvinders. Thomas Alva Edison hoort daar natuurlijk ook bij, hij bracht meer dan duizend patenten op zijn naam. De bekendste zijn de fonograaf (de voorloper van de platenspeler) en de gloeilamp. Toch een hele prestatie, dunkt me. Zeker als je bedenkt dat de heer Edison in zijn jeugd door een onderwijzer als ‘een afwezige en wat achterlijke jongen’ werd bestempeld.
Door de aanleg van grotere lanen en straten, die ook beter passen in het groeiplan dat de grote stedenbouwkundige Berlage voor de gemeente Zuilen maakte, kun je van het vervolgtraject nog weinig concreets zien. Grofweg kun je zeggen dat de Prins Bernhardlaan de Daalseweg een beetje ‘kanaliseert’. Bij de Fortlaan (het deel dat tegenwoordig Huis te Zuylenlaan heet) liep de oude Daalseweg nog voor een deel parallel aan de Prins Bernhardlaan. Daarom heette het stukje langs de Openbare Lagere School 2 nog een tijdlang officieus Binnenweg. De Daalseweg loopt hier met een flauwe boog. Een stuk verder is de Daalseweg voor een deel weggestopt onder het asfalt van de Boelesteinlaan. Grofweg komt de Daalseweg net voorbij de C. Smeenkstraat weer met zijn oude naam ‘om de hoek’ kijken. Voorbij de kruising met de Zuilenselaan wordt de Daalseweg weer heel kronkelig en loopt uiteindelijk dood.
Voor het wandelen op de Daalseweg maak ik nogmaals gebruik van de stratengids uit 1937. Het wordt een uitgebreidere wandeling dan die op de Amsterdamsestraatweg in deel een: niet alleen bedrijven maar ook markante personen en/of huisartsen, scholen en kerken doen mee. Om het niet te ingewikkeld te maken, loop ik het deel van de Daalseweg dat begint bij de Sweder van Zuylenweg en eindigt bij de grens met Maarssen. (De Johannes Uitenbogaertstraat komt later aan de beurt.) Ik begin bij de Sweder van Zuylenweg en omdat de wandeling plaatsvindt in 1937 heet de Daalseweg ook zo. Omdat de Daalseweg niet zo breed is als de Amsterdamsestraatweg, kijk ik naar beide zijden van de weg. (Dat is ook makkelijk: dan hoeven we niet terug te lopen.) Nou… schoenen aan? Daar gaan we.
Op de hoek van de Sweder van Zuylenweg staan we met onze neus naar Maarssen en komen aan de rechterkant meteen een van de bekendste winkeltjes van Zuilen tegen: Tjepkema. Huishoudelijke artikelen en klein speelgoed zeggen we meteen, officieel een handel ‘in galanterieën’.
In het pand aan de overzijde zit de heer C. van Mourik. Hij verkoopt tabaksartikelen. We lopen verder aan de oneven zijde. De volgende winkel zit op de hoek met de St.-Winfridusstraat: de melkwinkel van de heer de Ruig, die nog met een hondenkar vent. Later komt in deze winkel de heer Stam.
Als we de St.-Winfridusstraat oversteken, zit op de andere hoek ook een winkeltje. In die winkel zit nu (1937) nog een vestiging van de Coöperatie ‘Oostenburg’ en er worden kruidenierswaren verkocht. Daarna wordt het een fietsenwinkel waarin de heer en mevrouw Meeuwsen fietsen aan de man trachten te brengen. Als de handel in fietsen niet meer is wat het echtpaar Meeuwsen wil, gaan zij in de werkplaats in de St.-Winfridusstraat machinaal koper slijpen en schuren. Daar krijgt je haar een heel bijzondere kleur van: mevrouw Meeuwsen heeft vaak met groene haren gelopen.