EEN AANRIJDING ONDER ZUILEN.
… Voorts stond nog terecht een 36-jarige reiziger, v. B. uit Rotterdam, die op 9 Maart jl. onder Zuilen met zijn auto uit de Cornelis Mertenssstraat kwam, en de Amsterdamsche straatweg wilde oprijden in de richting Utrecht. Verdachte heeft toen verkeer van rechts, dus van Amsterdam, geen voorrang verleend, waardoor de heer B. uit Bilthoven met zijn wagen naar rechts moest uitwijken en zoodoende het rijwielpad opreed, waardoor een paaltje afknapte en een wielrijder aangereden werd.
De heer v. L., die naast den heer B. was gezeten, beweerde ook dat verdachte geen voorrang had gegeven.
De schade aan de fiets was f 7.50 geweest, hetgeen volgens den heer B. heel krap berekend was. Voor het woord aan den ambtenaar van het O.M. werd gegeven, vroeg de heer B. een zoo gering mogelijke geldboete voor verdachte, wegens de moeilijke omstandigheden waaronder verdachte verkeerde.
De ambtenaar van het O.M. vond het zeer sympathiek van getuige om voor verdachte te pleiten en wilde hier dan ook rekening mee houden; de eisch luidde f 25 boete of 5 dagen hechtenis.
De kantonrechter wees dienovereenkomstig vonnis op f 25 boete subsidiair 5 dagen hechtenis met toewijzing van de civiele vordering à f 7.50.