Boeken Deel 2 – INLEIDING
Ik heb een probleem: hoe ga ik verder met de geschiedenis van Zuilen? Op het eerste deel kwamen zeer veel reacties en niet alleen maar wijzigingen c.q. verbeteringen. Er waren veel lezers die hun waardering uitspraken (en in sommige gevallen opschreven) voor het vele werk dat ik er voor heb verzet. Wat mij in deze reacties vooral opviel was dat de wandeling in de Amsterdamsestraatweg zo leuk gevonden werd. Dat streelde mijn ego extra. Het is namelijk een hoofdstuk dat geheel door mijzelf geschreven werd. (In bijna alle andere hoofdstukken haal ik delen tekst aan, bijvoorbeeld uit een jubileumkrant of een kroniek.)
Er was ook goedbedoelde kritiek. Een van de lezers vroeg me waarom ik niet meer over de uitbreiding van Zuilen had geschreven. Daardoor kreeg ik al een idee: in het vorige deel heb ik een volgorde gekozen die met veel passen en meten tot stand kwam, in dit tweede deel ga ik nog veel uitgebreider aan de wandel. Wandelend door Zuilen en zoveel mogelijk vertellen over alles wat we op onze wandeling tegenkomen. Het is logisch dat over de oude straten en buurten meer te vertellen valt dan over de ‘nieuwbouw’, de woningen die kort voor de annexatie werden gebouwd. In die nieuwe bouw ligt nog geen schrijvenswaardige geschiedenis. Mocht u echter over verhalen beschikken die zich afspelen in de Zuilense periode en die plaatsvonden op het grondgebied van deze (naoorlogse nieuwbouw) wijken, dan hoop ik graag van u te horen.
Omdat er in de periode na het verschijnen van het vorige boek heel veel foto’s bij zijn gekomen, en omdat niet iedereen dat boek heeft, leek het mij een goed idee om de Amsterdamsestraatweg nog eens af te lopen. Dan vertel ik andere verhalen of laat andere foto’s zien. Het wordt bovendien een andere manier van wandelen. Ik ga niet meer alleen op de winkels letten, ik wil u daarnaast vertellen over markante personen (voor zover bekend) en doktoren.
Ik geef voor alle duidelijkheid een voorbeeld. Stel, in het eerste deel wandelde ik over de Amsterdamsestraatweg in 1937. Inmiddels heb ik een foto van mijn eigen winkel met in de deuropening de eerste huurder van het pand: de mandenmaker G. van Kuijk. Een dergelijke foto met bijschrift komt dan in dit boek onder het hoofdstuk ‘Wandelen over de Amsterdamsestraatweg’. Over de molen van de heer de Ridder bijvoorbeeld heb ik echter niets nieuws (ouds) te melden. Dus komt u een foto ervan in dit boek niet tegen. (Dat schrijf ik nu, 24 augustus 2002, maar het kan goed zijn dat er voordat deze tekst naar de drukker gaat een foto opduikt van de verlichte molen waarover ik schrijf in het eerste deel.) U zult een aantal nieuwe onderwerpen aantreffen waarvan ik nu wél foto’s en verhalen heb. Voetbalvereniging Hercules bijvoorbeeld heeft nu een plaatsje gekregen. En niet te vergeten de borstelfabriek van de Gebrs. Jonker.
In deze Inleiding wil ik niet onvermeld laten dat het niet een keuze van verhalen is geworden die voor deel één niet geschikt genoeg zouden zijn geweest. Het gaat om allemaal nieuwe informatie over oude dingen. (En, natuurlijk, zijn het ook dit keer weer verhalen die ú bij mij op tafel heeft gelegd.)
W.G. W. van Scharenburg