In de Tweede Wereldoorlog werd door de bezetter ‘Winterhulp ingevoerd. Vrij algemeen gewantrouwd, omdat men het vermoeden had dat de hulp vooral bij ‘de bezetter goed gezinde doelen’ terecht kwam.
Om dat wantrouwen weg te nemen werd o.a. verslag gedaan in de kranten. zo lezen we in het Utrechts Nieuwsblad 31 van januari 1941:
ZUILEN. – Door den Provinciaal Directeur voor Utrecht der Winterhulp Nederland is voor deze gemeente een bedrag van f 2840,00 ter beschikking gesteld voor de tweede verdeeling aan de behoeftigen. De opbrengst van de tweede collecte in deze gemeente was f 688,07½.
Zuilen heeft dus belangrijk meer terug ontvangen ter verdeeling onder de behoeftigen den deze gemeente bij de tweede collecte heeft kunnen inzamelen.
Om de Winterhulp zo snel mogelijk onder de aandacht van de Nederlanders te brengen, werd de burgemeesters ‘gevraagd’ het goede voorbeeld te geven en met een collectebus langs de deuren te gaan.
De Zuilense burgemeester O. Norbruis bedankte voor de eer. Het hielp hem door de naoorlogse zuivering. Om dat te vieren werd dit pamflet gemaakt. In zijn speech die hij schreef naar aanleiding van zijn 65ste verjaardag schrijft hij nog even fijntjes: ‘Die van Utrecht was wel zo gek’. (Hiermee doelde hij op zijn Utrechtse collega, die wél zijn oren naar de wensen van de bezetter liet hangen.)
Norbruis werd tijdens de oorlog afgezet en vervangen door een N.S.B.-er. Na de oorlog moest de burgemeester eerst door de zuivering, omdat bepaalde inwoners vonden dat hij te weinig had gedaan tegen de bezetters. Bovenstaande weigering hielp hem door deze zuivering heen.