De felle brand te Zuilen
Knipsel uit het Utrechts Nieuwsblad van 25 januari 1950
Bewoners waren uit
toen hun huis uitbrandde
Het blussingswerk ernstig bemoeilijkt door strenge vorst
In een groot deel van onze vorige editie konden wij er nog melding van maken, dat in Zuilen, in perceel 27 van de Jodocus van Lodensteinstraat, een felle brand was uitgebroken. Het was omstreeks half drie gistermiddag, dat de politie werd gewaarschuwd, waarna terstond de sirene over Zuilen loeide en de brandweer uitrukte. De betreffende woning was gelegen juist achter het motorenhuis van W. van ’t Hoog in de Johannes Uitenbogaertstraat, waar weliswaar de voorraad benzine veilig is opgeborgen, maar waar toch altijd kleine hoeveelheden voor direct gebruik aanwezig zijn. Men begrijpt, dat de eigenaar de aanwezige kostbare motoren terstond deed verwijderen en ze op een veilige plaats in de straat parkeerde.
De politie, die optrad onder leiding van Inspecteur de Vries, achtte het noodzakelijk, dat de aangrenzende percelen no. 25 en no. 23 zoveel mogelijk werden ontruimd. Het was verrassend, hoeveel personen daaraan hun medewerking verleenden. Met voorzichtigheid en toch met grote spoed stond zeer vlug een grote hoeveelheid huisraad op een veilige plaats. Natuurlijk was de brandweer al direct begonnen, met een aantal waterstralen het vuur te bestrijden, als gevolg waarvan een enorme rookontwikkeling ontstond. Krachtig werd de strijd voortgezet en na enige tijd kon men waarnemen, dat men het vuur meester was. Het betreffende perceel brandde geheel uit, en zelfs de balken van de verdieping bleken niet tegen het vuur bestand te zijn geweest. Zo nu en dan moest nog een kleine nablussing plaats hebben, omdat nog vuur aanwezig was tussen de dakgoot, maar om vijf uur kon de brandweer toch inrukken.
De aangrenzende percelen 25 en 23 hadden weinig van het vuur te leiden gehad, doch des te meer van het water.
Het blussen was voor de brandweer nu juist geen gemakkelijk karweitje, niet omdat men de vuurhaard niet kon bereiken, maar wel door de gladheid van de weg. Want overal, waar water terecht kwam, werd het terstond spiegelglad en tenslotte geleek de weg veel op een grote ijsbaan. De mannen van de gemeentereiniging arriveerden echter spoedig met zand en konden zo het hunne tot de bestrijding van het vuur bijdragen.
Omtrent de oorzaak van de brand tast men volkomen in het duister. De bewoners waren bij het uitbreken ervan afwezig en konden dus geen verklaring geven, terwijl een justitieel onderzoek gisteravond en hedenmorgen zou plaats hebben.
Op het terrein van de brand was o.a. aanwezig de burgemeester van Zuilen, de heer O. Norbruis, de gem.-secr. A.J. van der Weerd en natuurlijk tal van belangstellenden.