Gevaren op den Straatweg
Niet alleen door slippen
——
Plannen tot aanleg van nieuwe wegen welke het groote verkeer zullen ontlasten.
ZUILEN, 12 Sept. – De berichten over het slippen van auto’s en motoren op den Amsterdamschen Straatweg onder Zuilen volgen elkander regelmatig op, en men krijgt daardoor den indruk, dat het op dien weg wel zeer gevaarlijk moet zijn. Nu mogen wij vooraf wel even constateeren, dat van zekere zijde deze berichten sterk overdreven en ten deele minder juist worden weergegeven, en dat soms van slippen wordt gesproken, wanneer daar in ’t geheel geen sprake kan zijn. Dat neemt niet weg, dat er, vooral in den herfst, slippartijen voorkomen, al hebben deze – gelukkig! – geen doodelijke gevolgen gehad. En dat er diverse aanrijdingen en botsingen plaats hebben, is ook niet te ontkennen.
In algemeenen zin mogen we dus wel spreken van een gevaarlijken weg, en terstond dringt zich dan de vraag op, waarin dit gevaar bestaat en of dat niet is weg te nemen.
Er zijn voor dat gevaarlijke van den weg directe en indirecte oorzaken aan te wijzen. Tot de directe oorzaken is op de eerste plaats te rekenen de gladheid en de geringen breedte van den weg. Het is niet te ontkennen, dat de weg buitengewoon glad is. Vorig najaar heeft men van de zijde van Waterstaat getracht de gladheid tegen te gaan door het bestrooien met een soort teersteenslag, doch dit was spoedig weggereden en heeft weinig of niets geholpen. In den Raad van Zuilen zijn reeds meermalen klachten ten deze geuit, en is besloten nogmaals op verbetering aan te dringen, tot heden echter zonder gevolg. Er zijn verschillende redenen aan te voeren, die er op wijzen, dat die verbetering ook wel uit zal blijven. Doch daarover straks.
Vervolgens is het geasphalteerde wegdek volstrekt te smal voor het drukke en snelle verkeer. Wij hebben den meterstok er niet opgelegd, doch een ieder, die den weg wel eens heeft bereden, zal het daarover wel met ons eens zijn. Ongetwijfeld had men deze vrij wat breeder kunnen nemen doch men heeft dat nu eenmaal niet gedaan, wat zijn oorzaak wel zal vinden in het feit, dat het verkeer toen nog niet zoo intens was als thans.
Dat in het najaar het slipgevaar in buitengewone mate bevorderd wordt door de boombeplanting langs den weg, behoeven we niet nader te toonen. Zoo gauw de bladeren gaan vallen en de natuur vochtig wordt, treedt een zeer gevaarlijken toestand in, zooals zulks overal het geval is, doch hier door de zeer intense beplanting in wel zeer ernstige mate.
De indirecte oorzaak is voor een goed deel van psychologischen aard. Elke auto- en motorrijder, die den Zuilenschen asphaltweg nadert vanuit Utrecht heeft een aantal kilometers gereden onder hoogspanning. Rijd eens met een auto of motor van de Catharijnebrug naar Zuilen. Geen moment mag uw aandacht afgeleid worden. Een geweldig verkeer links en rechts, een enorm aantal zijstraten, waaruit vaak motorische en andere voertuigen komen, vaak stoppen voor overweg, voor tram, voor autobus, inhouden voor naar links of rechts afzwenkend verkeer, enz. enz. Waarlijk het uiterste wordt dan van den bestuurder gevraagd.
Maar nu nadert men den Zuilenschen asphaltweg. De tramrails houdt op, rechts de groote open vlakte, waar de sportvelden liggen, en men verademt. De groote inspanning neemt een einde en onwillekeurig wordt minder aandacht aan weg en verkeer geschonken. Dat is de reactie op de meer dan gewonen inspanning, die gevraagd werd, een normaal psychologisch verschijnsel. Maar dan juist nadert men nog eenige gevaarlijke punten, o.a. daar, waar de weg langs het Merwedekanaal van achter de fabriek van de Muinck Keizer op den straatweg uitkomt[1], verder de weg, die van den nieuwbouw naar den hoofdverkeersweg leidt[2], waar dan nog bij komt, dat verkeer is te wachten van de langs den straatweg gevestigde industrieën of van particuliere motor- of autobezitters. En omdat de rijwielpaden slechts in één richting mogen bereden worden, zijn ook fietsers, bakfietsen, enz. vaak genoodzaakt, den rijweg over te steken. De aandacht van den bestuurder mag dus niet verminderen, maar zij doet dit psychologisch toch, en ongetwijfeld is daarin mede een der redenen te zoeken van botsingen, aanrijdingen, enz.
Het verkeer, dat vanuit richting Amsterdam nadert, heeft ongetwijfeld over minder hooge spanning gereden, ofschoon bij Maarssen en de Zuilensche brug ook volle aandacht gevraagd wordt.
Is verbetering te wachten?
De vraag, of spoedige verbetering is te wachten, kan met een “neen” en een “ja” beantwoord worden.
Wat de weg zelf betreft, is het hoogstwaarschijnlijk, dat daaraan weinig of niets zal worden veranderd. Van een verbreeding zal geen sprrake zijn, van een wegnemen van de boomen evenmin, en het psychologische verschijnsel is uiterst moeilijk weg te nemen. Met een waarschuwingsbord aan beide zijden, waarop men bijv. zou kunnen zetten: “Bestuurders let op! Zeer gevaarlijke weg!” zou misschien iets te bereiken zijn doch niet veel.
’t Is niet onwaarschijnlijk, dat men van de zijde van Waterstaat wederom een bestrooiing zal toepassen, doch een afdoende verbetering is niet te wachten.
Er zijn echter eenige feiten, die er op wijzen, binnen korten of langen tijd wel zal worden ontlast, en dat het groote, doorgaande verkeer geen gebruik van den Zuilenschen weg zal behoeven te maken.
In de eerste plaats ligt het in de bedoeling van het gemeentebestuur van Zuilen, een aftakking van den Amsterdamschen straatweg tot stand te brengen, waardoor men een weg zal krijgen, die aansluit aan de Van Tuyllkade. De aftakking, die ver op den Amsterdamschen straatweg zal beginnen, nog voorbij de stoomwasscherij, zal allereerst in schuine richting aansluiten geven aan de Lelimanstraat, dat is de straat, die parallel met den straatweg loopt vóór den nieuwbouw op ’t zoogenaamde Zand. Vanaf de Lelimanstraat zal de weg dan gaan wederom in schuine richting, over de sportvelden (o.a. terrein van Elinkwijk) om dan achter de Elinkwijkbouw aansluiting te krijgen aan de Van Tuyllkade.
[1] De Muyskenweg.
[2] De infrastructuur is nog aan veranderingen onderhevig. De Jacob van Campenstraat bestaat in 1936 nog niet. Er loopt een pad/weg in het verlengde van de Hanrathstraat naar de Amsterdamsestraatweg.
Fotobijschrift: Hoog tijd voor een mooi (maar oud) plaatje van de Amsterdamsestraatweg. Dit is trouwens ouder dan het bericht, deze foto zal van rond 1925 zijn.