De Tuin van Kol, aangelegd door Copijn, met als doel de ‘burgerij’ kennis te laten maken met planten – zoals de Deutzenia – en dieren. dat is aardig gelukt. Na het overlijden van Jan Kol III hebben de erven Kol de tuin verkocht aan de gemeente Utrecht. Het werd kort daarop: Julianapark. Het park werd verder uitgebreid en regelmatig beschreef een journalist de pracht en praal van het park. (Vooral in de Tweede Wereldoorlog als de cencuur veel verbiedt.) Zo lezen we in het Utrechts Nieuwsblad van 1 juli 1940
Julianapark in den overgang van voor- naar midzomer
——
Het luisterrijke seizoen van rijkelijken bloei van bomen en heesters spoed alweer te einde. Thans bloeien nog de Deutzia’s en spirea’s en geuren nog de bloesems van jasmijn en van linde.
De vroegbloeiende rozen zijn al over haar hoogtepunt heen, maar er volgen nog tal van zomer- en herfstrozen.
Momenteel trekken de overdadig bloeiende lavendels in de Ericavallei aan den voet van het terras van Café Juliana de aandacht.
Naarmate de planten in het Julianapark thans bij den overgang van den voor- naar den midzomer in mindere mate op de voorgrond treden, schenke men zijn belangstelling aan het eveneens in dit park te bewonderen dierenleven.
In de hertenkamp dartelen vier jonge damherten naast hun moeders. Van tijd tot tijd houden ze wedstrijden in het in woeste vaart over het ruime grasveld galoppeeren. Bij het hooren van hun moeder’s roep, een zacht geblaat, rennen de kindertjes ademloos naar moeder terug. Om weer op krachten te komen mogen ze zich daarna laven aan de moedermelk.
De hertebokken, die in ’t voorjaar hun gewei hebben afgeworpen, dragen nu alweer het a.s. bastgewei, een met vel overtrokken voorloopig gewei, waaruit binnen enkele weken het nieuwe gewei zal ontstaan.
In de rotonde merken we een mooie verzameling parkieten op, waaronder grasparkieten in groen, gele en blauwe kleur.
De jonge waterhoentjes, Casarca’s, Magelhaen – en Toulouseganzen, alsmede de kalkoen – en de zilverfazantkuikens groeien voorspoedig op.
In de nieuwe volière zien we kuikentjes van de gewone- en van de witte boschfazanten met hun pleegmoeder, een bruine krielkip.
Binnenkort worden kuikens verwacht van de pauwen en van de parelhoenders, alsook van de goudfazanten.
Voor den planten- als voor den dierenliefhebber blijft het Julianapark aldus een stadstuin, die hen volop doen genieten.
De Deutzenia, zoals die beschreven staat in dit artikel.