Geopend woe. t/m zat. van 10:00 tot 17:00 uur

Ben Driehuis als matroos op Hr. Ms. De Ruyter

Ben Driehuis heeft gehoor gegeven aan een oproep. En dan zo’n avontuur beleven! Ja , dan kom je wel in de krant. In het Utrechts Nieuwsblad van 6 juni 1960.

Zestienjarige matroos van Hr. Ms. De Ruyter

(Van een onzer verslaggevers)

Dinsdagavond 1 maart werkte de verbindingsdienst van het Nederlandse smaldeel I op volle toeren om op de hoogte te blijven van de laatste berichten uit Agadir. Het was een kakofonie van fluitende morsetekens. Radio Rabat was zonder ophouden in de lucht met oproepen om vrachtwagens, kranen, lieren, diesels, elektrische aggregaten.

Dinsdagavond 1 maart 1960 om zeven uur komt de stem van de commandant van Hr. Ms. De Ruyter, kolonel Reeser, door de scheepsomroep. Beheerst en afgemeten deelt hij mee dat Agadir op de Marokkaanse kust door een aardbeving is getroffen. Duizenden doden en gewonden. Het smaldeel heeft opdracht hulp te gaan bieden. Kolonel Reeser zegt te verwachten dat ieder het uiterste zal geven.

Men stoomt met hoge vaart door de Straat van Gibraltar.

Van deze mededeling door de scheepsomroep was ook de matroos derde klasse Ben Driehuis uit Utrecht, getuige. Hij was een van de vele 16 en 17 jarige jongens die in zestig uren deden wat mannen doen. Zaterdag voer zijn schip de haven van Den Helder weer binnen. Daarmee was een opwindende beleving achter de rug.

In zijn ouderlijke woning aan de Minister de Visserstraat 46 in Zuilen vertelt hij van zijn ervaringen. Ik gaf me direct op als vrijwilliger en hoorde ook tot de eerste ploeg, die aan wal ging. Direct zagen we daar de wagens met lijken rijden. Dat gaf al een raar gevoel. Ik heb wel eens een dode gezien, maar zo nog nooit. ’t Viel me wel erg rauw op het lijf. Ja, wist ik veel? Met onze rubberhandschoenen hadden wij al geen houvast meer aan de in twee dagen halfvergane lijken.

Het was zijn eerste reis, en dan direct dit al… Achteraf zei de commandant dat we het maar gauw moesten vergeten. Maar dat lukt natuurlijk niet. Zo’n ervaring blijft je je hele leven bij. En och, voegt Ben Driebuis er aan toe, bij ons zeggen ze dat je er hard van wordt.

Voordat wij voor de haven van Agadir voor anker gingen leek het een fijn avontuur ter afwisseling. Een avontuur was het, maar… Trillend en kreunend joegen tachtigduizend pk. de tienduizend ton van de De Ruyter door het water. De leuning van de trap naar de machinekamer was niet aan te raken, heet van de opstijgende hitte die zinderend bleef hangen voor het mangat. Iedereen werkte koortsachtig om de volle kracht vooruit naar Agadir nog te versterken.

Stank, hitte, vliegen…

De huizen in Founti, de wijk waar de Nederlandse mensen naar toe werden gedirigeerd, waren voor het merendeel van licht materiaal gebouwd. Bijna alles was volkomen verpulverd, zo vertelt Ben. Een enkele, iets steviger constructie stond nog half overeind.

Een Marokkaan wees aan waar Ben en de zijnen moesten graven om zijn levende, of dode familieleden te vinden. Op een gegeven moment vonden zij onder het puin nog niet de mensen maar wel enkele schamele bezittingen. Zij werkten hard door. Even later merkten zij dat de Marokkaan was verdwenen. Met zijn gevonden bezittingen en met een pikhouweel van de Nederlanders. Zijn familie kon hem kennelijk niet veel meer schelen.

Een andere Marokkaan liet zijn winkeltje uitgraven, begon vervolgens de onbeschadigde waar weer te sorteren en trachtte toen de mensen, die het graafwerk hadden verricht, zijn hervonden flesjes cola te verkopen. Later werden de gravers wijzer. Toen gingen zij af op de lucht. De lucht van lijken.

Stank, hitte, en vliegen, miljoenen vliegen maakten het werk ontstellend moeilijk, zo vertelt Ben verder. Na twee dagen moesten wij ophouden omdat het te gevaarlijk werd. Later kwamen de ratten en toen was de situatie onhoudbaar.

Na de eerste dag, dinsdag, hield de aalmoezenier op de De Ruyter een kerkdienst. Het was aswoensdag. Memento homo quia pulvis es et in pulverem reverteris. De mens is maar stof en zal tot stof weerkeren…

Doden werden uitgegraven. Men vond een man in de scheerstoel bij de kapper, die er zelf naast lag.

visserstraat

Moeder Driehuis en zuster Ansje kijken over Bens schouder mee in de extra editie van Stella Maris, dat een uitgebreid verslag gaf van de werk-zaamheden der Nederlanders in Agadir. Als matroos van hr. ms. De Ruyter, die zaterdag weer in Den Helder binnenkwam, was Ben Driehuis bij de opruiming betrokken.

 

 

 

 

Laat een reactie achter

Logo Museum van Zuilen witte letters

Adres

Schaverijstraat 13
3534 AS Utrecht

Openingstijden

Woensdag t/m zaterdag van 10:00 tot 17:00 uur.
Reserveer uw bezoek.

Contactgegevens

06 20 56 56 55
info@museumvanzuilen.nl