Een vroege variant van ‘Heel Holland bakt? Mevrouw Groenendaal was deelneemster aan een kookwedstrijd. Het Utrechts Nieuwsblad van 5 juni 1958 schonk er aandacht aan.
Wij spraken met:
Mevr. G. Groenendaal-Mur
(finale in het Haagse)
Of ik zenuwachtig ben? Niks hoor. Tenslotte moet ik geen examen doen.”
Deze opgewekte woorden sprak mevrouw G. Groenendaal-Mur uit de De Lessepsstraat 48 in Utrecht, die vandaag met haar stadsgenote, mevrouw S.N. van Ingen-Donkervoet, die aan het Ondiep woont, de Utrechtse kleuren gaat verdedigen op de eindcompetitie van de voor cursisten van de Commissie voor Huishoudelijke en Gezinsvoorlichting in samenwerking met het Nederlands Zuivelbureau georganiseerde kookwedstrijden.
Operatieterrein is de moderne keuken van het gemeentelijk gasbedrijf in Den Haag, waar de winnaressen van de regionale wedstrijden, gekleed in wit schort en dito muts, elkaar zullen proberen te overtreffen in het klaarmaken van allerhande heerlijkheden.
“De recepten zijn nog niet bekend. Die horen we vanmiddag pas”, zo zegt de ene Utrechtse afgevaardigde. “Maar ik denk wel dat we, hoe dan ook, een lekker soepje zullen moeten maken.”
De Utrechtse huisvrouwen bevochten in de regionale strijd de fornuis- en pollepelzege tegen Enschede; en zij kwamen na het Brussels lof met ham en kaas, de citroenboter, de kaastruffels en de vanillevla met gebakken appelschijven als eerste uit de bus.
Mevr. G. Groenendaal-Mur
…van eenvoudige dingetjes iets heerlijks maken…
“Natuurlijk kon ik al koken”, vertelt mevrouw Groenendaal. “Het is zelfs een hobby van me en door de deze zuivelcursus kan ik ook de klanten, die ik in onze winkel krijg, beter voorlichten. Het was een reuze gezellige cursus van grotendeels huisvrouwen die al goed konden koken. Het leuke van der gelijke lessen vind ik, dat je leert, dat er van eenvoudige dingetjes iets echt heerlijk’s te maken is.”
Mevrouw Groenendaal staat op en haalt uit haar buffet een trommeltje. “Deze koekjes bijvoorbeeld. Ik heb ze gemaakt van een paar dunne sneetjes oud brood, die in vieren worden gesneden. Je besmeert ze met boter, strooit er geraspte kaas over en zet ze tien minuten in de oven of in een wonderpan. Proeft nu maar eens.”
De kaaskoekjes smaakten overheerlijk.
“Ik maak de lekkerste dingen klaar, want ik heb een heel dankbaar publiek, dat al mijn experimenten in de keuken op de voet volgt”, zegt de Utrechtse finaliste met een lachje. “Mijn man en mijn vier zoons kunnen trouwens heel wat aan”.
De heer Groenendaal knikt: trots en instemmend. “Wij hebben moeder al flink geplaagd,” verklapt hij. “We hebben ook al eens gezegd, dat er al een halve bus Utrechtse supporters mee naar Den Haag gaat en dat de televisie ook komt. Maar ze is niet zenuwachtig te krijgen.” “Welnee”, antwoordt mevrouw Groenendaal bedaard. “Ik doe het immers allemaal zuiver voor mijn plezier.”
Mijn oma Geertje Mur runde samen met mijn opa Jan Groenendaal al van voor de tweede wereldoorlog een melkwinkel in de Lessepsstraat. Geertje was de dochter van bakker Mur uit Loosdrecht. Het bakken zat er dus al vroeg in.